![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() Handleidingen![]() Inhoud![]() | ![]() ![]() ![]() | |
Het apparaat voorbereiden |
![]() |
De verbindingsmethode controleren
De SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruiken
De standaard TCP/IP-poort gebruiken
Als een Windows-netwerkprinter gebruiken
Als een NetWare-afdrukserver/externe printer gebruiken
Afdrukken nadat de printer opnieuw is ingesteld
Het printerstuurprogramma installeren met USB
Windows 2000/XP, Windows Server 2003/2003 R2 - USB
Windows Vista, Windows Server 2008 - USB
Afdrukken met een parallelle verbinding
Opties instellen voor de printer
Voorwaarden voor bidirectionele communicatie