Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Voorwaarden voor bidirectionele communicatie

Tijdens bi-directionele communicatie kan automatisch informatie over het papierformaat en -invoerrichting naar de printer worden gestuurd. U kunt de status van de printer controleren vanaf uw computer.

Voor de ondersteuning van bidirectionele communicatie moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.

Bij een verbinding met parallelle kabels

  • De printer moet bidirectionele communicatie ondersteunen.

  • Het apparaat dient bi-directionele communicatie te ondersteunen.

  • De interfacekabel moet bidirectionele communicatie ondersteunen.

  • Het apparaat dient met een standaard parallelle kabel en parallelle connectors te worden aangesloten op de computer.

  • Onder Windows 2000 moet [Bi-directionele ondersteuning] geselecteerd woren en [Printerpooling inschakelen] mag niet geselecteerd worden met het PCL-printerstuurprogramma op het tabblad [Poorten].

Indien verbonden met het netwerk

  • Het apparaat dient bi-directionele communicatie te ondersteunen.

  • In Windows 2000/XP/Vista en Windows Server 2003/2003 R2/2008, moet [Bi-directionele ondersteuning inschakelen] geselecteerd worden en [Printerpooling inschakelen] mag niet geselecteerd worden in het tabblad [Poorten] van het PCL-printerstuurprogramma.

  • Afgezien van het bovenstaande, moet ook aan een van de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • De SmartDeviceMonitor for Client-poort en het TCP/IP-protocol dienen te worden gebruikt.

    • Het IP-adres moet deel uitmaken van de IPP-poortnaam wanneer het IPP-protocol wordt gebruikt.

Bij een USB-verbinding

  • De printer moet met de USB-interfacekabel op de USB-poort van de computer worden aangesloten (voor Windows 2000/XP/Vista en Windows Server 2003/2003 R2/2008).

  • De printer moet bidirectionele communicatie ondersteunen.

Opmerking