![]() ![]() | ![]() | ||
Hierin wordt beschreven hoe u het PCL-printerstuurprogramma kunt installeren met gebruik van de parallelle poort.
Om een printer te selecteren die is aangesloten via een parallelle interface klikt u op [LPT1] bij de installatie van het printerstuurprogramma.
![]()
U dient een account te hebben met de bevoegdheid om printers te beheren om dit printerstuurprogramma onder Windows 2000/XP/Vista en Windows Server 2003/2003 R2/2008 te installeren. Log in als beheerder of als Powers Users-groepslid.
Wanneer u Windows 2000 gebruikt, kunt u het printerstuurprogramma installeren vanaf de meegeleverde cd-rom of het downloaden van de website van de leverancier.
Als uw besturingssysteem Windows XP Pro x64 of Windows Server 2003/2003 R2/2008 x64 is, moet u het printerstuurprogramma downloaden van de website van de leverancier. Selecteer deze printer en het besturingssysteem dat u gebruikt en download vervolgens het programma.
Het PCL-printerstuurprogramma installeren:
Sluit alle toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.
Plaats de cd-rom in het cd-romstation.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Selecteer een interfacetaal en klik vervolgens op [OK].
Klik op [PCL-printerstuurprogramma].
De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst].
Wanneer u de overeenkomst hebt gelezen, klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst] en vervolgens op [Volgende >].
Selecteer in het dialoogvenster [Selecteer het programma] het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken.
U kunt diverse printerstuurprogramma's selecteren.
Het PCL6-printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd in de taal opgegeven door uw besturingssysteem.
Klik op [Volgende >].
Schakel het selectievakje [Printernaam] in om het printermodel dat u wilt gebruiken, te selecteren.
De printernaam kan gewijzigd worden in het vakje [Wijzig instellingen voor 'Printernaam>'].
Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven.
De informatie die wordt weergegeven bij [Commentaar], [Stuurprogramma] en [Poort] is afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort.
Controleer of [LPT1:] wordt vermeld bij [Poort].
Vink het selectievakje [Standaardprinter] aan om de printer als de standaardprinter in te stellen.
Klik op [Voltooien].
De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart.
Nadat de installatie is voltooid, selecteert u of u de computer nu of later opnieuw wilt opstarten en klikt u op [Voltooien].
Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien.
![]()
Na de installatie van het printerstuurprogramma kan een Gebruikerscode worden ingesteld. Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over Gebruikerscodes.
Als u de installatie van de geselecteerde software wilt stoppen, klikt u op [Annuleren] voordat de installatie is voltooid.
Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mogelijk niet. Start in dit geval "Setup.exe" op vanaf het cd-romstation.
Er verschijnt een bericht als er al een nieuwere versie van het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Als dit het geval is, kunt u het printerstuurprogramma niet installeren via Auto Run. U kunt het printerstuurprogramma in dit geval installeren via [Printer toevoegen]. Zie Problemen oplossen.