Koptekst overslaan
 

Problemen bij het faxen

In dit gedeelte komen problemen bij het faxen en mogelijke oplossingen hiervoor aan de orde.

Wanneer er een foutcode verschijnt op het Activiteitenrapport/Verzendrapport

De onderstaande tabel beschrijft de betekenis van de foutcodes die onder Resultaten in het Activiteitenrapport of het Verzendrapport worden weergegeven en de tabel geeft aan wat te doen bij een bepaalde foutcode.

X geeft een nummer in een foutcode aan die afhangt van de specifieke situatie.

Foutcode

Oplossing

1XXX11

Een origineel is blijven steken in de automatische documentinvoer (ADF) tijdens het versturen van een fax in de Direct verzenden-modus.

1XXX21

Er kon geen juiste verbinding met de lijn tot stand worden gebracht.

  • Controleer of de telefoonlijn juist is aangesloten op het apparaat.

  • Koppel de telefoonlijn los van het apparaat en sluit in plaats daarvan een standaardtelefoon aan. Controleer of u met de telefoon kunt bellen. Neem contact op met uw telecombedrijf als u op deze manier niet kunt bellen.

  • Indien het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met de afdeling verkoop of de klantenservice.

1XXX22 tot 1XXX23

Kiezen mislukt wanneer wordt geprobeerd faxen te verzenden.

  • Zorg ervoor dat u het juiste faxnummer kiest.

  • Controleer of de bestemming een faxapparaat is.

  • Ga na of de lijn niet bezet is.

  • Mogelijk moet u een pauze invoegen tussen de te kiezen cijfers. Druk bijvoorbeeld na het netnummer op [Pauze/Herhalen].

  • Ga na of [PBX-selectie] onder [Beheerdersinstellingen] juist is ingesteld voor uw verbindingsmethode met het telefoonnetwerk. Zie Beheerdersinstellingen.

1XXX32 tot 1XXX84

Er is een fout opgetreden bij het versturen van een fax.

  • Controleer of de telefoonlijn juist is aangesloten op het apparaat.

  • Koppel de telefoonlijn los van het apparaat en sluit in plaats daarvan een standaardtelefoon aan. Controleer of u met de telefoon kunt bellen. Neem contact op met uw telecombedrijf als u op deze manier niet kunt bellen.

  • Indien het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met de afdeling verkoop of de klantenservice.

2XXX14

Het apparaat kon de ontvangen fax niet afdrukken, of er was onvoldoende geheugen beschikbaar terwijl een fax werd ontvangen, omdat het document te groot was.

  • De papierlade was leeg. Plaats papier in de papierlade. Zie Papier plaatsen.

  • De lade die is ingesteld voor [Gebruikte lade: Fax] onder [Faxinstellingen] bevatte geen papier van het formaat A4, Letter, of Legal. Plaats papier van het juiste formaat in de lade en pas het [Papierformaat] onder [Apparaatinstellingen] aan.

  • De klep of de lade was geopend. Sluit de klep of de lade.

  • Het papier is blijven steken. Verwijder het vastgelopen papier. Zie Papierstoringen verhelpen.

  • Een van de tonercartridges was leeg. Vervang de tonercartridge. Zie Tonercartridge vervangen.

  • De ontvangen fax was te groot. Vraag aan de afzender om het document in kleinere deelfaxen te versturen of om het op een lagere resolutie te versturen.

2XXX32 tot 2XXX84

Er is een fout opgetreden bij het ontvangen van een fax.

  • Controleer of de telefoonlijn juist is aangesloten op het apparaat.

  • Koppel de telefoonlijn los van het apparaat en sluit in plaats daarvan een standaardtelefoon aan. Controleer of u met de telefoon kunt bellen. Neem contact op met uw telecombedrijf als u op deze manier niet kunt bellen.

  • Indien het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met de afdeling verkoop of de klantenservice.

Wanneer er andere problemen optreden

De onderstaande tabel beschrijft hoe problemen kunnen worden opgelost die geen foutcode veroorzaken.

Probleem

Oplossing

Kan geen faxen versturen.

Zie de oplossingen voor de fouten 1XXX32 tot 1XXX84 in de bovenstaande tabel.

Kan geen faxen ontvangen.

Zie de oplossingen voor de fouten 2XXX32 tot 2XXX84 in de bovenstaande tabel.

Kan wel faxen verzenden, maar kan geen faxen ontvangen.

  • Een van de tonercartridges is leeg. Vervang de tonercartridge. Zie Tonercartridge vervangen.

  • De papierlade is leeg. Plaats papier in de papierlade. Zie Papier plaatsen.

  • Als voor faxontvangst de handmatige modus is ingesteld, moet u de fax handmatig ontvangen. Zie Een fax ontvangen.

Kan ontvangen faxen niet afdrukken.

  • De papierlade is leeg. Plaats papier in de papierlade. Zie Papier plaatsen.

  • De papierlade bevat geen papier van het juiste formaat. Plaats papier van het juiste formaat in de papierlade.

Faxen die u hebt verzonden, zijn bij ontvangst vlekkerig of vuil.

  • De glasplaat of ADF is vuil. Zie Reinigen.

  • Controleer voordat u originelen op de glasplaat legt, of de inkt of correctievloeistof droog is.

Een fax die u hebt verzonden, is bij ontvangst blanco.

Het origineel is ondersteboven geplaatst. Plaats het origineel in de juiste stand. Zie Originelen plaatsen.

De achtergrond van de ontvangen afbeeldingen is vuil, of afbeeldingen op de achterkant van de originelen zijn zichtbaar.

De afbeeldingsdichtheid is te hoog. Pas de afbeeldingsdichtheid aan. Zie De dichtheid van het beeld aanpassen.

Faxen die u verzendt komen te licht aan bij de ontvanger.

Een lage kamertemperatuur kan ervoor hebben gezorgd dat de originelen onduidelijk zijn gescand. Het selecteren van [Langer] voor [Scan Opwarm Tijd ] onder [Apparaatinstellingen] kan de scankwaliteit helpen te verbeteren.

Zie Apparaatinstellingen.

Kiezen mislukt wanneer wordt geprobeerd faxen te verzenden.

Zie de oplossingen voor de fouten 1XXX22 tot 1XXX23 in de bovenstaande tabel.