Probleem |
Oplossing |
Er doet zich een fout voor. |
Als zich een fout voordoet tijdens het afdrukken, dient u de computerinstellingen of de instellingen van het printerstuurprogramma te wijzigen.
Controleer of de naam van het printerpictogram niet langer is dan 32 alfanumerieke tekens. Geef zo nodig een kortere naam op.
Ga na of andere toepassingen actief zijn. Sluit alle andere toepassingen; deze kunnen het afdrukken verstoren. Als het probleem hiermee niet is verholpen, dient u ook niet-benodigde processen af te sluiten.
Controleer of u het nieuwste printerstuurprogramma gebruikt. Werk zo nodig uw printerstuurprogramma bij met de nieuwste versie. Raadpleeg de instructies op de cd-rom met het stuurprogramma.
|
Een afdruktaak werd geannuleerd. |
Als [I/O time-out] onder [Apparaatinstellingen] is ingesteld op 15 seconden, verhoog dan de tijdsduur. En afdruktaak kan geannuleerd worden als het afdrukken vaak onderbroken wordt door gegevens van andere poorten, of wanneer de printgegevens groot zijn en het enige tijd in beslag neemt om ze te verwerken. Zie voor meer gegevens Apparaatinstellingen . |
Een beveiligd afdrukbestand werd geannuleerd. |
Het apparaat heeft al 5 taken of 5 MB aan beveiligde afdrukgegevens. Druk de beveiligde afdruk af of verwijder het bestand. Zie Een beveiligd afdrukbestand afdrukken of Een beveiligd afdrukbestand verwijderen voor meer informatie.
Zelfs als het apparaat geen beveiligde afdrukbestanden meer kan opslaan, houdt het apparaat nieuwe beveiligde afdrukbestanden vast gedurende de tijd die werd ingesteld bij [Beveiligde afdr.] onder [Apparaatinstellingen], voordat het dat bestand annuleert. Binnen deze tijd kunt u het nieuwe beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd afdrukbestand ook afdrukken of wissen, zodat er een nieuw beveiligd afdrukbestand kan worden opgeslagen in het apparaat. Zie Apparaatinstellingen voor meer informatie over [Beveiligde afdr.].
Het beveiligde afdrukbestand heeft te veel pagina's of is te groot. Verminder het aantal af te drukken pagina's of print op een lagere [Resolutie] in [Afdrkwal.]. Voor meer informatie zie het helpgedeelte van het printerstuurprogramma.
|
Er is een aanzienlijke vertraging tussen het tijdstip van de opdracht voor het starten van het afdrukken en het moment waarop het afdrukken daadwerkelijk wordt gestart. |
De verwerkingstijd is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. Bij een grote hoeveelheid gegevens, zoals documenten met veel afbeeldingen, neemt het verwerken van de opdracht meer tijd in beslag.
Als Verwerken op het scherm wordt weergegeven, ontvangt het apparaat gegevens. Wacht even.
U kunt het afdrukken versnellen door de afdrukresolutie te verlagen met het printerstuurprogramma. Voor meer informatie zie het helpgedeelte van het printerstuurprogramma.
|
De afdrukken vallen voor het apparaat nadat ze zijn uitgevoerd. |
Zet de papierstop omhoog. Zie Verpakking verwijderen . |
De afdrukken worden niet goed opgestapeld. |
|
De hele afdruk is onduidelijk. |
Het papier is vochtig. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard. Zie Papier en andere media .
Als u [Tonerbesparing] onder [Apparaatinstellingen] instelt, is de afdrukdichtheid over het algemeen lager.
De toner is bijna op. Als “Tonercartridge bijna op" op het scherm wordt weergegeven, dient u de tonercartridge te vervangen.
Er heeft wellicht condensvorming plaatsgevonden. Bij een snelle verandering van temperatuur of luchtvochtigheid, dient u het apparaat pas te gebruiken nadat het zich aan de nieuwe omstandigheden heeft aangepast.
|
Afgedrukte enveloppen komen gekreukt uit het apparaat. |
Controleer of de groene hendels in de achterklep juist zijn ingesteld. |