![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Dit gedeelte beschrijft de procedure onder Windows Vista.
Bij het menu [Start] klikt u op [Bedieningspaneel].
Klik op [Hardware en geluid].
Klik op [Printers].
Klik op [Printer toevoegen].
Volg de instructies op in de wizard Printer toevoegen.
Als het printerstuurprogramma op een CD-ROM staat, dan is de locatie van het stuurprogramma \DRIVERS\(RPCS, PCL6, of PCL5E)\XP_VISTA\(language)\DISK1. Als het installatieprogramma start, klikt u op [Annuleren] om te stoppen.
Geef een poort op.
Beschikbare poorten zijn afhankelijk van uw Windows-besturingsprogramma of van het soort interface. Voor meer informatie, zie "Voorbereiden van het Apparaat", Printerhandleiding.