In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe het TWAIN-stuurprogramma op een clientcomputer kan worden geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde cd-rom "Scannerstuurprogramma en hulpprogramma's".
Om de TWAIN-netwerkscanner te kunnen gebruiken, moet het TWAIN-stuurprogramma op een clientcomputer zijn geïnstalleerd.
Start Windows en stop vervolgens de cd-rom "Scannerstuurprogramma en hulpprogramma's" in het cd-romstation van de clientcomputer.
Het installatieprogramma wordt automatisch gestart en het dialoogvenster [Scannerstuurprogramma en hulpprogramma's] wordt geopend.
Klik op [TWAIN-stuurprogramma].
Het installatieprogramma van het TWAIN-stuurprogramma wordt gestart. Volg de instructies.
Controleer de systeemvereisten voor het TWAIN-stuurprogramma voordat u met de installatie begint. Zie "Software meegeleverd op cd-rom" voor meer informatie over de systeemvereisten.
U kunt de software installeren met behulp van het auto-runprogramma. Zie "Auto-runprogramma" voor meer informatie.
Zie "Auto-runprogramma" als het installatieprogramma niet automatisch start.
Wanneer de installatie is voltooid, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de clientcomputer opnieuw op te starten. Start in dat geval de computer opnieuw op.
Nadat de installatie is voltooid, is er een map met de naam van het apparaat dat in gebruik is toegevoegd aan [Programma's] of [Alle programma's] in het menu [Start]. Hier kan hulp worden weergegeven.
In "Readme.txt" vindt u opmerkingen over het gebruik van de TWAIN-netwerkscanner. Lees deze vóór gebruik.