In deze paragraaf worden de basisbewerkingen voor het scannen met de TWAIN-netwerkscanner beschreven.
Om de TWAIN-netwerkscanner te kunnen gebruiken, moeten een met TWAIN compatibele toepassing, zoals DeskTopBinder, en het TWAIN-stuurprogramma op de clientcomputer zijn geïnstalleerd.
Als onder het besturingsprogramma Windows XP SP2/Vista of Windows Server 2003/R2 de Windows firewall is ingeschakeld, is het mogelijk dat het bericht "Kan de scanner niet vinden." of “Geen reactie van de scanner.” verschijnt en dat het scannen met de TWAIN-scanner niet lukt. Wijzig in dat geval de instellingen van de Windows firewall. Zie Windows Help voor meer informatie.
Bij de volgende procedure worden als voorbeeld Windows XP en DeskTopBinder Lite gebruikt.
Wijs in het menu [Start] de optie [Alle Programma's] aan, wijs DeskTopBinder aan, en klik vervolgens op DeskTopBinder.
Klik in het menu [Extra] op [Scannerinstellingen...].
Klik op [Scannerstuurprogramma selecteren...].
Selecteer in de lijst de naam van het apparaat dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op [Selecteren].
Klik op [OK].
Plaats de originelen.
Wijs in het menu [Bestand] de optie [Document toevoegen] aan en klik vervolgens op [Scannen...] om het dialoogvenster Scanner Control te openen.
Het dialoogvenster Scanner Control en de DeskTopBinder-viewer verschijnen.
Een dialoogvenster dat wordt gebruikt om een scanner te bedienen met behulp van het TWAIN-stuurprogramma wordt als het dialoogvenster Scanner Control aangeduid.
Geef de instellingen op aan de hand van criteria zoals het soort origineel, de soort scan en de afdrukrichting van het origineel.
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het TWAIN-stuurprogramma.
Klik in het dialoogvenster Scanner Control op [Scannen].
Als u op [Scannen] drukt, wordt er, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, een dialoogvenster geopend waarin u de gebruikersnaam en het wachtwoord kunt opgeven.
Als er nog meer originelen moeten worden gescand, plaatst u het volgende origineel en klikt u vervolgens op [Doorgaan].
Als er geen originelen meer hoeven te worden gescand, klikt u op [Voltooien].
Klik op [Afsluiten] in het menu [Bestand] van de DeskTopBinder-viewer.
Voer de bestandsnaam in en klik vervolgens op [OK].
De DeskTopBinder-viewer wordt gesloten en de afbeelding wordt opgeslagen in DeskTopBinder Lite.
Als u al een scanner heeft geselecteerd, hoeft u de scanner niet te selecteren, tenzij u deze wilt wijzigen.
Als u DeskTopBinder gebruikt, kunt u scanbestanden bewerken en uitprinten. Zie de handleidingen bij DeskTopBinder voor meer informatie over DeskTopBinder.
De modelnaam van de aangesloten scanner verschijnt in de titelbalk van het dialoogvenster Scanner Control. Als er meerdere scanners van hetzelfde model op het netwerk zijn aangesloten, selecteer dan de juiste scanner. Als u dat niet heeft gedaan, klik dan op [Scannerstuurprogramma selecteren...] en selecteer de scanner opnieuw. Als de juiste scanner niet in de lijst voorkomt, controleer dan of de scanner correct is aangesloten op het netwerk en of het IPv4-adres is opgegeven. Raadpleeg de netwerkbeheerder als de juiste scanner nog steeds niet wordt weergegeven.