Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

De energiespaarstand configureren

Volg de onderstaande procedure om de energiespaarstand te configureren.

  1. Start SmartDeviceMonitor for Admin.

  2. Ga naar het menu [Groep], wijs [Apparaat zoeken] aan en klik vervolgens op [IPv4], [IPX/SPX] of [IPv4 SNMPv3].

    Er verschijnt een lijst van apparaten die het geselecteerde protocol gebruiken.

    Selecteer het protocol van het apparaat waarvoor u de configuratie wilt wijzigen.

    Als u IPv4 SNMPv3 gebruikt, voert u de gebruikersverificatie in.

  3. Selecteer het apparaat waarvan u de instellingen wilt uitvoeren.

    Om de instellingen voor alle apparaten in de geselecteerde groep uit te voeren, selecteert u geen apparaat.

  4. Klik op het menu [Groep], wijs [Energiespaarstand] en [Individueel instellen], en klik vervolgens op [Aan].

    Illustratie applicatiescherm

    Als u alle apparaten in de groep wilt selecteren, selecteert u [Instellen volgens groep].

    Als u de energiespaarstand wilt uitschakelen, klikt u op [Uit].

  5. Sluit SmartDeviceMonitor for Admin af.

Opmerking