Koptekst overslaanGelSprinter GX2500
InhoudVorigeVolgendeHelp

Papierinvoer aanpassen

Als horizontale regels scheef worden afgedrukt, afdrukken onregelmatig zijn of een zwarte of witte lijn met regelmatige intervallen wordt afgedrukt, drukt u een testpatroon af en past u vervolgens de instelling voor de papierinvoer aan.

  1. Schuif de enveloppenkiezer in afbeelding de voorwaartse stand.

    afbeelding

  2. Druk op de [Menu]-toets.

    afbeelding

  3. Druk op de toets [Pijltje omhoog] of [Pijltje omlaag] om [Onderhoud] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].

    Menu:               
     Onderhoud          
  4. Druk op de toets [Pijltje omhoog] of [Pijltje omlaag] om [Pap.inv. aanp.] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].

    Onderhoud:          
     Pap.inv. aanp.     
  5. Druk op de toets [Pijltje omhoog] of [Pijltje omlaag] om [Testpatr. afdr.] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].

    Pap.inv. aanp.:     
     Testpatr. afdr.    

    Er wordt een testpatroon afgedrukt zodat u de papierinvoer kunt aanpassen.

  6. Controleer de optimale aanpassingswaarden op het afgedrukte testpatroon.

    De optimale aanpassingswaarde is het getal dat aan de linkerzijde van het meest lichtgrijze vierkantje wordt weergegeven met rechte horizontale lijnen aan beide zijden. Wanneer dit getal "+2" is, is "+2" de optimale aanpassingswaarde.

    afbeelding

    Wanneer horizontale lijnen naast het meest lichtgrijze vierkantje gebroken zijn, selecteert u de optimale aanpassingswaarde door te verwijzen naar de lijnen die in tegenovergestelde richting zijn gebroken. Wanneer het vierkantje "+2" het meest lichtgrijze vierkantje is en de horizontale lijnen "+6" in horizontale richting gebroken zijn, ligt de optimale aanpassingswaarde tussen "+3" and "+5". Controleer na de aanpassing het resultaat van de aanpassing.

    afbeelding

  7. Druk op de toets [Pijltje omhoog] of [Pijltje omlaag] om [Aanpassing] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].

    Pap.inv. aanp.:     
     Aanpassing         
  8. Druk op de toets [Pijltje omhoog] of [Pijltje omlaag] om de aanpassingwaarde in te voeren (-14 tot +14) van stap 5, en druk vervolgens op de toets [#Enter].

    Aanpassing:         
    (-14 ,+14)     0    
  9. Druk op de toets [Online].

    Het beginscherm wordt weergegeven.