InhoudVorigeVolgende |
Volg de onderstaande procedure om een testpatroon af te drukken en de positie van de printerkoppen aan te passen als verticale regels scheef worden afgedrukt of afdrukkleuren vaag zijn.
Schuif de enveloppenkiezer in de voorwaartse stand.
Druk op de [Menu]-toets.
Druk op de toets [] of [] om [Onderhoud] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
Menu: Onderhoud |
Druk op de toets [] of [] om [Koppositie] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
Onderhoud: Koppositie |
Druk op de toets [] of [] om [Testpatr. afdr.] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
Koppositie: Testpatr. afdr. |
Druk op de toets [] of [] om een testpatroon te selecteren en druk vervolgens op de toets [#Enter].
Testpatr. afdr.: Hoge snelheid |
Als u de printerkopposities voor alle resoluties wilt aanpassen, herhaalt u deze procedure waarbij u de andere resolutie selecteert.
Er wordt een testpatroon afgedrukt om de printerkopposities aan te passen.
Controleer de optimale aanpassingswaarden op het afgedrukte testpatroon.
De optimale aanpassingswaarde is de kolomwaarde die boven het meest lichtgrijze vierkantje wordt weergegeven met aan beide zijden verticale lijnen. Wanneer het kolomnummer "+2" is voor de regel "A", is de optimale aanpassingsregel "+2" voor "A".
Druk op de toets [] of [] om [Aanpassing] weer te geven, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
Druk op de toets [] of [] om een resolutie uit stap 5 te selecteren, en druk vervolgens op de toets [#Enter].
Aanpassing: Hoge snelheid |
Druk op de toets [] of [] om een lijn te selecteren en druk vervolgens op de toets [#Enter].
Aanpassing: 1.A |
Voer de optimale aanpassingswaarden uit stap 6 in en druk vervolgens op de toets [#Enter].
A: (-4 ,+4) 0 |
Druk op de toets [Online].
Het beginscherm wordt weergegeven.