Koptekst overslaanafbeeldingafbeelding
InhoudVorigeVolgendeHelp

Een clientcomputer instellen

Volg de onderstaande procedure om een computer als clientcomputer te configureren en deze op de gedeelde printer aan te sluiten. Maak deze instelling bij het installeren van de printer driver vanaf de meegeleverde CD-rom.

Belangrijk

Configureer een computer die is aangesloten op het netwerk waarop de print server is aangesloten.

  1. Start Windows en plaats de meegeleverde cd-rom "Drivers, Manual & Utilities" in het cd-romstation.

  2. Sluit alle andere geopende toepassingen af.

    Wanneer u Windows start, kan de wizard Nieuwe hardware worden weergegeven. Klik in dit geval op [Annuleren]. Controleer opnieuw of de stroom is uitgeschakeld.

  3. Selecteer een taal voor de interface en klik dan op [OK].

    De volgende talen zijn beschikbaar:

    Dansk (Deens), Deutsch (Duits), English (Engels), Espanol (Spaans), Francais (Frans), Italiano (Italiaans), Nederlands (Nederlands), Norsk (Noors), Portugues (Portugees), Svenska (Zweeds). De standaardtaal is Engels.

  4. Klik op [RPCS Raster Printer Driver].

  5. De licentieovereenkomst voor de software wordt weergegeven in het dialoogvenster [<Licentie-overeenkomst>]. Nadat u de overeenkomst heeft gelezen, klikt u op [Ik ga akkoord met de overeenkomst.] en klikt u vervolgens op [Volgende >].

  6. Klik op het plus-teken naast een printernaam.

  7. Klik op [Poort:< LPT1: >] onder [Printernaam:].

  8. Klik op [Toevoeg.].

  9. Klik op [Netwerkprinter].

  10. Klik op [OK].

  11. Selecteer een gedeelde printer.

  12. Klik op [OK].

  13. Controleer of [<\\servernaam\naam gedeelde printer>] wordt weergegeven na [Poort:].

  14. Klik op [Doorgaan].

    Het installeren begint.

  15. Controleer het resultaat van de installatie en klik vervolgens op [Voltooien].

Opmerking