InhoudVorigeVolgende |
Met de onderstaande procedure configureert u het apparaat als netwerkprinter.
Sluit het apparaat op het netwerk aan.
Installeer het printerstuurprogramma en alle overige benodigde stuurprogramma's op de computer.
Breng de benodigde wijzigingen aan de netwerkinstellingen aan.
U kunt de printer nu gebruiken.
Raadpleeg voor details over de procedures en instellingen in stap 1 de Verkorte installatiehandleiding.
Raadpleeg voor details over de procedures en instellingen in stap 2, De verbindingsmethode bevestigen, Verkorte Installatiehandleiding, De stuurprogramma's voor netwerkaansluiting installeren.
Raadpleeg De afdrukfunctie gebruiken voor details over de procedures en instellingen in stap 3.