Richting van dik papier en aanbevolen staat
Bij het gebruik van dik papier van 106 - 220 g/m2 (28 lb. bankpost – 80 lb. voor-/achterblad) moet u rekening houden met de papierrichting of opslagomgeving om foutieve invoer en verlies van afbeeldingskwaliteit te voorkomen.
Papierrichting
Dik papier heeft een papierrichting overeenkomstig de korrel. Stel de papierrichting in overeenkomstig de korrel, zoals wordt getoond in het volgende diagram:
Richting van de papierkorrel | Papierladen | Handinvoer |
---|---|---|
Niet aanbevolen | ||
Papieropslag
Temperatuur: 20 – 25°C
Luchtvochtigheid: 30–65%
Gebruik het niet samen met papier dat in andere omgevingen is bewaard.
Minimumaantal vellen
20 vellen of meer (papierladen van apparaat/optionele papierlade-eenheid)
Na het bijvullen van het papier plaatst u de zijgeleider tegen de papierstapel.
Wanneer u op glad, dik papier afdrukt, moet u het papier goed uitwaaieren voordat u het plaatst. Als u dit niet doet, kunnen er papierstoringen optreden en kan papier vastlopen. Als papier ook nadat u het grondig uitgewaaierd heeft, blijft vastlopen of tegelijk wordt ingevoerd, plaatst u het papier vel voor vel in de handinvoer.
Correcte prestaties en kwaliteit kunnen niet worden bereikt onder de aanbevolen omstandigheden afhankelijk van het papier.
Het bedrukte b;ad kan omkrullen. Corrigeer het als het bedrukte vel omkrult.