Een gebruikerscode in het printerstuurprogramma opgeven
Wanneer er gebruikerscodeverficatie is opgegeven op het apparaat om het gebruik van de printerfuncties te beperken, geef dan de gebruikerscode op in het printerstuurprogramma om afdruktaken op het apparaat toe te staan.
Zodra de gebruikerscode is opgegeven, hoeft u deze de volgende keer niet meer in te voeren.
Gebruikerscode opgeven (Windows)
Als u de instellingen van [Printereigenschappen] wilt wijzigen, heeft u de toegangsrechten van [Beheer van deze printer] nodig. Log in op uw computer als lid van de groep Beheerders om de instellingen te wijzigen.
Als u op apparaten met RICOH Always Current Technology v1.1 of lager een gebruikerscode opgeeft, schakelt u het selectievakje [Gebruikersverificatie] op het tabblad [Geavanceerde opties] van [Eigenschappen van printer] uit.
Als u op apparaten met RICOH Always Current Technology v1.2 of hoger een gebruikerscode opgeeft, schakelt u het selectievakje [Uit] voor [Gebruikersverificatie] op het tabblad [Geavanceerde opties] van [Eigenschappen van printer] in.
Open het scherm [Apparaten en printers].
Windows 10 (versie 1703 of later), Windows Server 2019
Klik in het menu [Start] op [Windows-systeem] [Configuratiescherm].
Klik op [Apparaten en printers weergeven].
Windows 10 (ouder dan versie 1703), Windows Server 2016
Klik met de rechtermuisknop op [Start] en klik dan op [Configuratiescherm].
Klik op [Apparaten en printers weergeven].
Windows 8.1, Windows Server 2012/2012 R2
In de pictogrambalk klikt u op [Instellingen] [Configuratiescherm].
Klik op [Apparaten en printers weergeven].
Windows 7, Windows Server 2012/2008 R2
Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].
Windows Server 2008
Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm].
Klik bij [Hardware en geluid] op [Printer].
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik vervolgens op [Eigenschappen van printer].
Klik op het tabblad [Algemeen] [Preferences].
Klik op het tabblad [Standaard][Instelling gebruikerscode...].
Voer de gebruikerscode in.
Klik op [OK].
Als de configuratie voltooid is, kunt u het instellingenscherm van het printerstuurprogramma sluiten.
Gebruikerscode opgeven (macOS)
Configureer de instellingen in het menu [Taaklogboek] in [Functiesets] van [Printerfuncties].
Open op de computer een document dat u wilt afdrukken en ga naar het instellingenscherm van het printerstuurprogramma vanuit het afdrukmenu in de toepassing.
Selecteer [Printerfuncties].
In [Functiereeksen], selecteert u [Taaklogboek].
Vink het selectievakje [Gebruikerscode inschakelen] aan en voer de gebruikerscode in.
Klik op [Afdrukken].