Een gebruikerscode opgeven in het LAN-Fax-stuurprogramma
Wanneer de faxfunctie van het apparaat beperkt wordt door gebruikerscodeverificatie moet u de gebruikerscode van de afzender (8-cijferig nummer) invoeren om faxtaken op het apparaat te verifiëren.
Wanneer de gebruikerscode is opgegeven hoeft u deze niet nog eens in te voeren.
Open op de computer een document dat u wilt afdrukken en voer afdrukken uit op het LAN-Fax stuurprogramma vanuit het afdrukmenu in de applicatie.
Selecteer de bestemming in de Faxeigenschappen.
Klik op [Verzendopties][Geavanceerde instellingen].
Voer de gebruikerscode in en klik vervolgens op [OK].
Klik op [Starten].