Faxverzendresultaten controleren (Status verzendingsbestand)
U kunt het faxverzendresultaat bevestigen aan de hand van het display, rapport of e-mail.
Druk op [TX/RX-status/Afdr.].

Selecteer [Status verzendbestand].
Geef op hoe u de verzendresultaten wilt bekijken.
Controleer de verzendresultaten.
Als u documenten verzendt door een bestemming te selecteren in het adresboek, wordt de naam die in het adresboek is geregistreerd, weergegeven onder "Bestemming".
Als u documenten verzendt door een bestemming handmatig in te voeren, wordt het e-mailadres of het faxnummer dat u invoert weergegeven onder "Bestemming".Druk tweemaal op [Afsluiten].

Alleen de verzendresultaten van de laatste communicaties worden weergegeven.
Wanneer een verzending wordt voltooid terwijl u deze functie gebruikt, verschijnt het verzendresultaat niet. Om het laatste resultaat te bekijken, sluit u Status verzendbestand af en probeert u het opnieuw.
Als documenten vanaf de computer naar het apparaat worden verzonden, verschijnt "--LAN-Fax -->". Om te controleren of de documenten zijn verzonden naar de ontvanger, controleert u hetzelfde bestandsnummer.
Er wordt een coderingssymbool weergegeven in de kolommen voor routeren/doorsturen van gecodeerde e-mailberichten.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen wordt de bestemming mogelijk weergegeven als
.Voor faxverzendingen kunt u met de gebruikersparameter in de volgende instellingen de informatie die wordt getoond onder "Bestemming" wijzigen in het faxnummer of de naam die is geregistreerd in het bestemmingsapparaat. Voor meer informatie, zie de Gebruikershandleiding van uw apparaat.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen]
[Gedetailleerde initiële instellingen]
[Parameterinstelling]
[Parameterinstelling] schakelaar 06, bit 0)Schermtype Instellingen: Klassiek
[Faxeigenschappen]
tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 06, bit 0)
Drukt rapporten voor bevestiging af.
Geheugenverzending
U kunt het resultaat bevestigen met een communicatieresultaatrapport.
Dit rapport wordt afgedrukt telkens als een geheugenverzending wordt voltooid als dit is ingeschakeld met de volgende instellingen.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen][Overige]
[Instellingen rapportuitvoer]
[Instellingen vr autom. afdrukken van rapport]
[Communicatieresultaat]
[Afdrukken]
Schermtype Instellingen: Klassiek
Stel [Faxeigenschappen]tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 03, bit 0) in op "1".
Als het apparaat is ingesteld om dit rapport niet af te drukken en het faxdocument niet succesvol kon worden verzonden, wordt het communicatiefoutrapport afgedrukt.
Zie Communicatieresultaatrapport (Geheugenverzending) of Communicatiefoutrapport voor meer informatie over de inhoud van de rapporten.
Directe verzending
U kunt het resultaat bevestigen met een Direct TX Resultatenrapport.
Selecteer in de volgende instellingen dat u dit rapport wilt afdrukken. Er wordt een rapport afgedrukt elke keer wanneer een directe verzending voltooid is.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen][Overige]
[Instellingen rapportuitvoer]
[Instellingen vr autom. afdrukken van rapport]
[Resultaat directe verzending]
[Afdrukken]
Schermtype Instellingen: Klassiek
Stel [Faxeigenschappen]tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 03, bit 5) in op "1".
Zie Direct TX-resultatenrapport (Directe verzending) voor meer informatie over de inhoud van de rapporten.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw apparaat voor meer informatie over Parameterinstelling.
Gebruik de functie E-mail verzendresultaat om rapporten per e-mail naar een computer te verzenden en deze vervolgens te controleren op de computer.
De beschikbare rapporten zijn:
Communicatieresultaatrapport.
Direct TX-resultatenrapport.
Polling met SEP RX-resultaat.
Voor meer informatie over E-mail verzendresultaat, zie Verzendresultaten per e-mail controleren.
U moet eerst de e-mailadressen van de bestemmingen waarnaar het rapport moet worden verstuurd, registreren in het adresboek. Voor meer informatie over het registreren van e-mailadressen, zie de Gebruikershandleiding van uw apparaat.
U kunt de verzendresultaten controleren met zowel de functie E-mail verzendresultaat, die de resultaten per e-mail verstuurt, als met het door het apparaat afgedrukte communicatieresultaatrapport.
U kunt in de volgende instellingen opgeven of u beide functies wilt gebruiken. Zie de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen]
[Gedetailleerde initiële instellingen]
[Parameterinstelling]
[Parameterinstelling] schakelaar 10, bit 6)Schermtype Instellingen: Klassiek
[Faxeigenschappen]
tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 10, bit 6)
Dit rapport wordt afgedrukt als een geheugenverzending is voltooid, zodat u het resultaat van de verzending kunt controleren.
U kunt deze functie in- of uitschakelen met de volgende instellingen. Zie de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen]
[Overige]
[Instellingen rapportuitvoer]
[Instellingen vr autom. afdrukken van rapport]
[Communicatieresultaat]Schermtype Instellingen: Klassiek
[Faxeigenschappen]
tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 03, bit 0)

De kolom Pagina('s) bevat het totale aantal pagina's. In de kolom 'Niet verzonden pagina's' wordt het aantal pagina's aangegeven dat niet kon worden verzonden.
"--" geeft aan dat het e-mailbericht, internetfax- of cloudfaxdocument was gestuurd naar de e-mailserver die in dit apparaat is geprogrammeerd. Dit betekent echter niet dat het e-mailbericht ook is afgeleverd.
Als er twee of meer bestemmingen zijn aangegeven, wordt dit rapport afgedrukt nadat het faxdocument naar alle bestemmingen is verstuurd.
Als u dit rapport inschakelt, wordt er na iedere directe verzending een rapport afgedrukt, zodat u kunt controleren of de verzending al dan niet is geslaagd.
Als het apparaat is ingesteld om dit rapport niet af te drukken en het faxdocument niet succesvol kon worden verzonden, wordt het foutrapport afgedrukt.
U kunt dit rapport in de volgende instellingen in- of uitschakelen. Zie de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen]
[Overige]
[Instellingen rapportuitvoer]
[Instellingen vr autom. afdrukken van rapport]
[Resultaat directe verzending]Schermtype Instellingen: Klassiek
[Faxeigenschappen]
tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 03, bit 5)

Als de pagina succesvol is verzonden, wordt in de kolom 'Pagina' het totale aantal pagina's aangegeven dat is verzonden.
Dit rapport wordt afgedrukt als een document niet met succes via geheugenverzending kon worden gezonden.
Dit rapport wordt alleen afgedrukt als het communicatieresultaatrapport is uitgeschakeld en een document niet kon worden verzonden via Geheugenverzending. Als het apparaat is ingesteld voor het afdrukken van een communicatieresultaatrapport, wordt dit rapport niet afgedrukt.
U kunt bepalen of het communicatiefoutrapport automatisch wordt afgedrukt met de gebruikersparameter in de volgende instellingen. Zie de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen]
[Gedetailleerde initiële instellingen]
[Parameterinstelling]
[Parameterinstelling] (schakelaar 04, bit 1)Schermtype Instellingen: Klassiek
[Faxeigenschappen]
tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 04, bit 1)

De kolom Pagina('s) bevat het totale aantal pagina's. In de kolom 'Niet verzonden pagina's' wordt het aantal pagina's aangegeven dat niet kon worden verzonden.
"Niet geprogrammeerd" geeft aan dat het document niet kon worden verzonden, omdat de doorzendbestemming niet geprogrammeerd is.
"--" geeft aan dat het e-mailbericht of internetfaxdocument was gestuurd naar de e-mailserver die in dit apparaat is geprogrammeerd. Dit betekent echter niet dat het e-mailbericht ook is afgeleverd.