Koptekst overslaan
 

Aanpassen van de afbeeldingspositie op zijde 1

<Als er aangepast papier wordt gebruikt>

Voer de oplossing uit beschreven in "(a) Aanpassen van de beeldschuinte", "(b) Aanpassen van de beeldpositie (wanneer speciaal papier wordt gebruikt)", "(c) Aanpassen van de vergroting (over de invoerrichting)" en vervolgens "(d) Aanpassen van de vergroting (in de invoerrichting)".

<Als er geen aangepast papier wordt gebruikt>

Voer de oplossing uit beschreven in "(a) Aanpassen van de beeldschuinte", "(e) Aanpassen van de beeldpositie (wanneer geen speciaal papier wordt gebruikt)".

Opmerking

  • U kunt van alle andere soorten papier dan speciaal papier niet de verticale vergroting en de horizontale vergroting aanpassen. Daarom wordt het aanbevolen om het type papier dat gebruikt wordt als speciaal papier vooraf te registreren.

  • Wanneer er handmatige aanpassingen of aanpassingen met behulp van een sjabloon worden uitgevoerd, zelfs als 1103: [Feedbackcorrectie afbeeldingspositie] ingesteld is op [Detectiemarkering: Achterzijde] of [Detectiemarkering: Voor- & achterzijde], kunnen de aanpassingen de afbeeldingspositie mogelijk niet corrigeren. Wanneer u 1103: [Feedbackcorrectie afbeeldingspositie] gebruikt terwijl [Detectiemarkering: Achterzijde] of [Detectiemarkering: Voor- en achterzijde] is ingesteld, is automatische aanpassing van afbeeldingspositie vereist.

(a) Aanpassen van de afbeeldingsschuinte

Pas de verticale helling van de afbeelding aan.

Illustratie van afbeeldingshelling

1Druk de afbeelding in zwart-wit af.

2Controleer de richting van de schuinte.

3Ga naar de groep [Apparaat: Afbeeldingspositie] in het menu [Aanpassingsinstellingen voor operators] en pas de waarde aan bij 0105: [Aanpassing haaksheid].

Druk op [+] om de afbeelding tegen de klok in te hellen of op [-] om hem met de klok mee te hellen.

4Druk de afbeelding in zwart-wit af. Controleer de schuinte van de afbeelding. Wanneer het probleem zich blijft voordoen, verhoogt u de waarde licht.

5Voer kleurenregistratie uit.

Bij het uitvoeren van de kleurenregistratie zal de aanpassing van zwart ook worden toegepast op cyaan, magenta, geel en de speciale kleur.

Voor meer informatie over kleurenregistratie, zie de handleiding Onderhoud en beheer die met het apparaat wordt meegeleverd.

Opmerking

(b) Pas de afbeeldingspositie aan (wanneer er speciaal papier wordt gebruikt)

Pas de verticale en horizontale afbeeldingspositie zo aan dat het midden (A) van de bovenrand van de afbeelding is uitgelijnd met het registratiemerkteken.

Illustratie van aanpassen van de beeldpositie

Bij [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier dat u gebruikt, selecteert u 1104: [Kloof afbeeldingspositie] en past u de afbeeldingspositie aan.

  • [Haaks op invoer] van [Afbeeldingspositie: Zijde 1]

  • [Langs invoer] van [Afbeeldingspositie: Zijde 1]

Opmerking

(c) Pas de vergroting aan (over de invoerrichting)

Pas de horizontale vergroting aan om de breedte tussen de voorste en achterste hoeken (B) aan de bovenrand van de afbeelding aan te passen.

Illustratie van aanpassen van de beeldpositie

Bij [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier dat u gebruikt, selecteert u 1104: [Kloof afbeeldingspositie] en past u de waarde bij [Haaks op invoer] van [Afbeeldingsvergroting: Zijde 1] aan.

Druk op [+] om te vergroten en op [-] om te verkleinen.

Opmerking

(d) Pas de vergroting aan (in de invoerrichting)

Pas de verticale vergroting aan om de lengte (positie van (C)) van de afbeelding aan te passen.

Illustratie van aanpassen van de beeldpositie

Bij [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier dat u gebruikt, selecteert u 1104: [Kloof afbeeldingspositie] en past u de waarde bij [Langs invoer] van [Afbeeldingsvergroting: Zijde 1] aan.

Druk op [+] om te vergroten en op [-] om te verkleinen.

Opmerking

(e) Pas de beeldpositie aan (wanneer geen speciaal papier wordt gebruikt)

Pas de verticale en horizontale afbeeldingspositie zo aan dat het midden (A) van de bovenrand van de afbeelding is uitgelijnd met het registratiemerkteken.

Illustratie van aanpassen van de beeldpositie

In de groep [Apparaat: Afbeeldingspositie] in het menu [Aanpassingsinstellingen voor operators] past u de afbeeldingspositie aan.

  • 0101: [Afbeeldingspositie: Haaks op invoer: Zijde 1]

  • 0102: [Afbeeldingspositie: Haaks op invoer: Zijde 2]

  • 0103: [Afbeeldingspositie: Langs invoer: Zijde 1]

  • 0104: [Afbeeldingspositie: Langs invoer: Zijde 2]

Opmerking