Voer, afhankelijk van de oorzaak van het probleem, één van de volgende stappen uit:
De afstand tussen de zijgeleiders in de papierlade is te groot.
Als de afstand tussen de zijgeleiders te groot is, kan het papier scheef komen te zitten.
Pas de zijgeleiders aan de breedte van het papier aan.
Als u de papierlade sluit, kunnen de zijgeleiders niet meer op één lijn zitten vanwege het gewicht van het papier. Sluit de papierlade langzaam om dit te voorkomen.
Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Voorbereiding.
Er is een restje papier of een ander klein stukje vastgelopen in het papierinvoerpad.
Verwijder het stukje.
Voor informatie over het reinigen van het papierinvoerpad, zie Het papierinvoerpad schoonmaken.
Het juiste aantal graden van het omkrullen van het papier is niet opgegeven.
Pas aan hoeveel graden het papier mag krullen wanneer deze de registratiepoort passeert.
Ga naar de groep [Apparaat: Papierinvoer/Uitvoer] in het menu [Aanpassingsinstellingen voor operators] en wijzig de waarde in 0309: [Mechanische registratie: Mate van papierkrul].
Verhoog de waarde voor de gebruikte papierlade en druk dan de afbeelding af. Als het probleem zich blijft voordoen nadat de instelling de hoogste waarde heeft bereikt, verlaag dan de instelling en controleer of het dan wel wordt opgelost.
Als het probleem zich blijft voordoen nadat u alle instellingen op hun laagste en hoogste waarden heeft uitgeprobeerd, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Het niveau van de schuintedetectie is te laag.
Verhoog het niveau van de schuintedetectie.
Selecteer 1331: [Geavanc. instel.]in [Storingsdetectie] voor het aangepaste papier. Verlaag de waarde voor [Storing 097] van [Detectiedrempel storing 097/098].
Verlaag de waarde om het detectieniveau te verhogen.
Hiermee kan het apparaat een papierstoring aangeven en stoppen met afdrukken als het papier een beetje scheef zit.