Koptekst overslaan
 

De papierinvoereenheid bevestigen

VOORZICHTIG


  • De printer weegt ongeveer 57 kg.

  • Er zijn vier of meer personen nodig om de printer te verplaatsen. Houd de handvatten aan weerszijden goed vast en til de printer dan op. Wanneer u de printer onzorgvuldig optilt of laat vallen, kan dit letsel veroorzaken.

Belangrijk

  • Wanneer u meerdere opties bevestigt, moet u de papierinvoereenheid eerst bevestigen.

Optieconfiguraties

De onderstaande tabel laat de mogelijk configuraties van de printer en de opties zien.

Afbeelding van papierinvoereenheid

  1. Printer en onderste papierladen

  2. Printer en lade 3 (LCT)

  3. Printer en onderste papierladen en bulklade (LCT)

  4. Printer en lade 3 (LCT) en bulklade (LCT)

    Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om de bulklade (LCT) te bevestigen.

De procedure is hetzelfde voor beide eenheden. De onderste papierladen worden als voorbeeld gebruikt.

1Controleer de inhoud van het pakket.

  • Pakketinhoud voor de onderste papierladen

    illustratie inhoud papierinvoereenheid met genummerde onderdelen

    1. Onderste papierladen

    2. Steunen (2)

    3. Schroeven (3)

  • Pakketinhoud voor lade 3 (LCT)

    illustratie inhoud papierinvoereenheid met genummerde onderdelen

    1. Lade 3 (bulklade)

    2. Steunen (2)

    3. Schroeven (3)

2Schakel de printer uit en trek het netsnoer uit het stopcontact.

3Verwijder de verpakking van de papierinvoereenheid.

4Til de printer op aan de handgrepen aan weerszijden van de printer.

Illustratie van de printer

Ten minste vier personen moeten de printer optillen.

5Breng de voorzijde van de printer in lijn met de voorzijde van de papierinvoereenheid en laat de printer langzaam zakken.

Plaats de eenheid zodanig dat deze goed op zijn plaats wordt gehouden door de verticale pennen.

Illustratie van de printer

6Trek lade 2 van de printer langzaam naar buiten tot deze niet meer verder kan, til dan de voorzijde van de lade licht omhoog en trek deze helemaal naar buiten.

Illustratie van de printer

Plaats de lade op een vlak oppervlak.

7Steek een schroef in het gat aan de linkerzijde van de lade-opening om deze aan de papierinvoereenheid vast te maken.

Draai de schroef goed vast met behulp van een muntstuk.

Illustratie van de printer

8Til de voorzijde van de papierlade omhoog en schuif de lade voorzichtig in de printer tot deze niet verder kan.

Illustratie van de printer

9Bevestig twee beugels op de achterzijde van de eenheid met de twee overgebleven schroeven.

Draai de schroeven goed vast met behulp van een muntstuk.

Illustratie van de printer

10Bevestig de onderste achterklep door de haken in de inkepingen op de printer te steken.

Illustratie van de printer

11Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.

12Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de eenheid op de juiste manier is bevestigd.

Opmerking

  • Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de optionele papierinvoereenheid goed is bevestigd en controleer "Bevestigde apparatuur" op de configuratiepagina. Als de eenheid correct is bevestigd, wordt het volgende weergegeven:

    • Onderste papierladen: onderste papierladen

    • Lade 3 (LCT): lade 3 (LCT)

  • Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Een testpagina afdrukken.

  • Als de optionele papierinvoereenheid niet correct is geïnstalleerd, herhaal dan de procedure vanaf het begin. Als de kaart ook bij een nieuwe installatiepoging niet correct kan worden geïnstalleerd, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

  • Als het afgedrukte gebied niet goed geplaatst is tijdens het afdrukken vanuit de papierinvoereenheidd, pas de afdrukpositie dan aan. Voor meer informatie over het aanpassen, zie Als de afdrukpositie verandert.

  • Om de papierinvoereenheid te gebruiken, configureert u de printeropties in "Accessoires" in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over "Accessoires", zie de Installatiehandleiding stuurprogramma.