Koptekst overslaan
 

Een apparaat aansluiten op de USB-hostinterface van het apparaat (type 1, 2, 5 en 6) (Voornamelijk Noord-Amerika)

In dit deel wordt uitgelegd hoe u een apparaat aansluit op de USB-hostinterface van het apparaat.

VOORZICHTIG


  • Er moeten goed afgeschermde en geaarde kabels en connectors worden gebruikt voor de aansluiting van een hostcomputer (en/of randapparatuur) om in overeenstemming te zijn met de uitstootlimiet.

  • Verbind elk van de volgende apparaten met de USB 2.0 interface: Digitale camera, Bluetooth-apparaten, USB-toetsenborden en IC kaartlezers. Het aansluiten van andere apparaten kan een storing veroorzaken.

1Sluit een uiteinde van het USB-interfaceapparaat aan op de USB-hostinterface van het apparaat.

Als u een USB-interfacekabel gebruikt, sluit dan het andere uiteinde ervan aan op een apparaat zoals een kaartverificatieapparaat.

Afbeelding van het aansluiten van de USB-interfacekabel

Opmerking

  • Om te verbinden via Bluetooth, zet u de Bluetooth-instellingen aan via de Web Image Monitor of telnet. Voor meer informatie over de instellingen, zie de Help-functie van Web Image Monitor of set.

  • Dit apparaat wordt niet met een USB-interfacekabel geleverd. Zorg ervoor dat u de juiste kabel voor het apparaat (connector) en het apparaat koopt.

  • Gebruik een kabel van vijf meter of korter die de USB-hostinterface ondersteunt.

  • De Bluetooth interface-eenheid niet verbinden of loskoppelen als het apparaat is ingeschakeld.