Koptekst overslaan
 

De extra Ethernet-interface aansluiten met de optionele USB-apparaatserver (type 1, 2, 5 en 6) (voornamelijk Noord-Amerika)

In dit gedeelte vindt u uitleg over hoe u de Ethernet-interfacekabel op de Ethernet-poort van de USB-apparaatserver aansluit.

De optionele USB-apparaatserver is een interfacekaart voor het toevoegen van een extra Ethernet-poort. Als u de optionele USB-apparaatserver installeert, kunt u twee Ethernet-kabels tegelijkertijd aansluiten: één op de Ethernet-poort van het apparaat en één op de Ethernet-poort van de optionele USB-apparaatserver. Er kan een IP-adres toegewezen worden aan iedere aansluiting en u kunt één apparaat gebruiken voor het afdrukken vanuit andere netwerksegmenten.

VOORZICHTIG


  • Om RF-interferentie te voorkomen, moet er een netwerkinterfacekabel met een ferrietkern gebruikt worden.

  • Goed afgeschermde en geaarde kabels en aansluitingen moeten voor aansluitingen met een hostcomputer (en/of randapparatuur) worden gebruikt om in overeenstemming te zijn met de FCC-uitstootlimiet.

Belangrijk

  • Als de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld is, schakel deze dan uit.

  • Gebruik de volgende Ethernet-kabels.

    • Bij gebruik van 100BASE-TX/10BASE-T:

      Unshielded Twisted Pair-kabel (UTP) of Shielded Twisted Pair-kabel (STP) en Categorie type 5 of hoger

1Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar van het apparaat uit staat.

2Maak een lus op een afstand van een paar centimeter (1) van het ene uiteinde van de Ethernet-interfacekabel en bevestig dan aan iedere lus van de ferrietkern die is meegeleverd met de optionele USB-apparaatserver.

Afbeelding van een Ethernet-kabel met ferrietkern

3Sluit de Ethernet-interfacekabel op de Ethernet-poort van de optionele USB-apparaatserver aan.

U kunt een rechte of crossover Ethernet-kabel gebruiken voor aansluiting op de optionele USB-apparaatserver.

Afbeelding van het aansluiten van de Ethernet-kabel

4Sluit het andere uiteinde van de Ethernet-interfacekabel aan op een aansluitapparaat van het netwerk, bijvoorbeeld een hub.

Het kan een aantal seconden duren voordat het apparaat de optionele USB-apparaatserver herkent. Als u de USB-kabel eruit getrokken heeft, sluit deze kabel dan weer aan.

5Schakel de hoofdschakelaar van het apparaat in.

Afbeelding van een Gigabit Ethernet-poort illustratie met nummers en benoemingen

  1. Indicatielampje (oranje)

    Als 100BASE-TX in bedrijf is, licht de LED oranje op.

  2. Indicatielampje (groen)

    Als 10BASE-T in bedrijf is, licht de LED groen op.

Opmerking

  • Verwijder het deksel van USB2.0 poort op de printer en sluit de poort op de USB-poort van de USB-apparaatserver aan.

  • Als de energiespaarstand is ingeschakeld, gaan de LED's wellicht niet branden.

  • Voor meer informatie over het aanzetten van de hoofdschakelaar, zie Snel aan de slag.

  • Voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma van de printer, zie Installatiehandleiding stuurprogramma.