Koptekst overslaan
Help
 

Snel aan de slag

Overzicht van het apparaat

Namen van belangrijke functies

Modelspecifieke informatie

Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn

Namen en functies van onderdelen

Functies van het waarschuwingslampje

Informatie over de verschillende apparaatopties

Informatie over de functie van externe apparaatopties

Informatie over de interne apparaatopties

Namen en functies van het bedieningspaneel van het apparaat (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

De hoek van het bedieningspaneel bijstellen

Namen en functies van het bedieningspaneel van het apparaat (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Een geheugenopslagapparaat aansluiten/verwijderen

Een SD-kaart plaatsen

Een USB-geheugenopslagapparaat aansluiten

Een SD-kaart verwijderen

Een USB-geheugenopslagapparaat verwijderen

Gebruik van het [Home]-scherm (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Weergave van het [Home]-scherm (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Het [Bovenste] scherm en [Home]-scherm gebruiken (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Modus veranderen met de pictogrammen in het [Home]-scherm (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Modus veranderen met de functietoetsen (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

[Informatie]-scherm (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

De displaytaal wijzigen (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Systeemreset (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Het [Home]-scherm gebruiken (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Voornaamste pictogrammen op het [Home]-scherm (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Tussen modi schakelen met de functietoetsen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

[Informatie]-scherm (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

[Internetbrowser]-scherm (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Mogelijke bewerkingen op het scherm (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

De displaytaal wijzigen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Systeemreset (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Elke toepassing gebruiken (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Het scherm [Kopieerapparaat] (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Het scherm [Documentserver] (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Het scherm [Printer] (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Het scherm [Scanner] (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Schermpatronen wisselen (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Elke toepassing gebruiken (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Scherm met standaardtoepassingen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Kopie] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Scanner] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Scherm met oudere toepassingen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Knoppen die op het scherm Initiële instellingen en van elke Oudere toepassing verschijnen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Kopieerapparaat (klassiek)] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Documentserver] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Printer (klassiek)] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Scanner (klassiek)] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Schermpatronen wisselen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Scherm met snelle toepassingen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Snelle kopie] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Het scherm [Snelle scanner] (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

De Website met toepassingen gebruiken

Voordat u de Website met toepassingen opent

Instellen

Werken met de Website met toepassingen

Inloggen op het apparaat

Als het verificatiescherm wordt weergegeven

Gebruikerscodeverificatie via het bedieningspaneel

Gebruikerscodeverificatie via een printerstuurprogramma

Inloggen via het bedieningspaneel (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

Inloggen met behulp van het bedieningspaneel (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Uitloggen met behulp van het bedieningspaneel (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Uitloggen met behulp van het bedieningspaneel (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Inloggen met behulp van een IC-kaart (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Uitloggen met behulp van een IC-kaart (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Met een smartphone/tablet inloggen bij de MFP (bij gebruik van het smart bedieningspaneel)

Uitloggen met behulp van een smartphone/tablet (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Automatisch uitloggen

Inloggen met behulp van een stuurprogramma

Inloggen met behulp van Web Image Monitor

Uitloggen met behulp van Web Image Monitor

Functie voor gebruikersuitsluiting

Het log-in wachtwoord wijzigen

Het apparaat aan-/uitzetten

Het apparaat aan-/uitzetten

Energie besparen

Tekst invoeren

Invoerscherm voor tekens

Beschikbare tekens

Tekst invoeren

Tekst invoeren (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Scherm voor tekeninvoer (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

De toetsenbordweergave veranderen (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Beschikbare tekens (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Tekst invoeren (bij gebruik van het Smart Operation Panel)

Software downloaden

Device Manager NX