Papier met een horizontale lengte van 139,0-600,0 mm (5,47-23,6 inch) en een verticale lengte van 76,2–216,0 mm (3,0-8,52 inch) kan worden ingevoerd vanuit de handinvoer.
Plaats het papier met de onderkant naar boven in de handinvoer.
De handinvoer () wordt automatisch geselecteerd.
Druk op [].
Druk op [Papierformaat].
Druk op [Aangepast formaat].
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [].
Voer de verticale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [].
Druk twee keer op [OK].
Plaats originelen en druk daarna op [Start].
U kunt een aangepast papierformaat registreren. Voor meer informatie, zie Procedure voor het registreren van een aangepast formaat (klassiek). U kunt ook het formaat van het geregistreerde aangepaste papierformaat oproepen. Voor meer informatie, zie Procedure voor het terugroepen van het geregistreerde aangepaste formaat (klassiek).