Waarschuwingsberichten (op het bedieningspaneel weergegeven)

"(A) Verw. pap. uit lades.Opn&sluit voorpan."

Open het voorpaneel en verwijder het vastgelopen papier uit de papierinvoer.

Voor meer informatie, zie Vastgelopen papier verwijderen.

"(B) Open voorpaneel en verwijder het papier."

Open het voorpaneel en verwijder het vastgelopen papier uit de interne papierinvoer.

Voor meer informatie, zie Vastgelopen papier verwijderen.

"(Y) Verw pap in lade 4. Opn&sl voorpan."

Open het voorpaneel en verwijder al het vastgelopen papier.

Voor meer informatie, zie Vastgelopen papier verwijderen.

"(Z) Open voorpaneel en verwijder het papier. "

Open het voorpaneel en verwijder vastgelopen papier uit de duplexeenheid.

Voor meer informatie, zie Vastgelopen papier verwijderen.

"Geen toner"

De kleurentoner is op.

Vervang de inktcartridge.

Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

"Tonerafval bijna vol"

De tonerafvalfles is bijna vol.

Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe tonerafvalfles.

"Tonerafvalfles vol"

Plaats een nieuwe tonerafvalfles.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“@Remote certif bijw mislukt”

Het bijwerken van het @Remote-certificaat is niet gelukt.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

“Kan niet verb.=>Comm.Serv. Contr.proxy gebr./wachtw.”

De proxy-gebruikersnaam of het wachtwoord is onjuist.

Controleer de instellingen van de proxyserver en verander vervolgens het wachtwoord of de gebruikersnaam als deze onjuist zijn.

“Kan niet verbinden met DHCP server.(101/201)”

Het IP-adres kon niet worden verkregen van de DHCP-server.

Neem contact op met de netwerkbeheerder.

“Kan niet afdrukken.”

De printer kan de verzonden gegevens niet afdrukken.

Controleer of het bestand dat u wilt afdrukken ondersteund wordt.

Controleer het vastgelopen papier en vraag uw netwerkbeheerder om hulp.

“Wijz(ladenaam)in volgende instellingen:”

Het formaat van het papier in de lade komt niet overeen met het opgegeven formaat in het printerstuurprogramma.

Selecteer een lade waarin papier zit dat van hetzelfde formaat is als het opgegeven papierformaat.

“Controleer netwerkinstellingen.(103/203)”

De instelling van het IP-adres is onjuist.

Controleer het IP-adres, subnet mask en gateway-adres.

“Fout Classificatiecode”

Er is geen classificatiecode opgegeven voor de afdruktaak.

Voer een classificatiecode in via de printereigenschappen en druk het document nogmaals af.

“Verb. mislukt:Wireless krt Zet stroom uit, contr krt.”

De printer kan de draadloze LAN-interfacekaart niet detecteren.

Controleer of de kaart wordt ondersteund of correct geïnstalleerd is.

"Paneel open. Sluit aangegeven paneel ."

Er staat een paneel van de printer open.

Sluit het paneel zoals is aangegeven op het bedieningspaneel.

“Duplex modus is uit voor (ladenaam)”

De duplexmodus is niet beschikbaar voor de opgegeven lade.

U kunt alleen enkelzijdig afdrukken. Druk op [Wijzigen] om de lade-instellingen te wijzigen en druk op [JobReset] om de taak te resetten, of druk op [Pag.doorv.] om het afdrukken te forceren.

“ECO Night Sensor heeft apparaat niet uitgesch. Zet str.schak handm. uit of drk op toets vr gebr.”

Automatisch uitschakelen via de functie [ECO Night Sensor] is mislukt.

Schakel de stroom automatisch uit of druk op een toets om de automatische uitschakelfunctie [ECO Night Sensor] te gebruiken.

“Ethernetkaart Fout”

Er is een fout op het Ethernet ontdekt.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

“Verb. met server mislukt voor hulp op afst.”

De printer kan niet met Remote Communication Gate communiceren.

Controleer de verbinding met de Remote Server Gate.

“IPv6 Adres bestaat reeds Link-plaatselijk adres(109/209)”

Dit IPv6-adres is al in gebruik.

Neem contact op met de netwerkbeheerder.

“IPv6 Adres bestaat reeds Statusloos adres(109/209)”

Dit IPv6-adres is al in gebruik.

Neem contact op met de netwerkbeheerder.

“IPv6 Adres bestaat reeds Handm. Config.-adres(109/209)”

Dit IPv6-adres is al in gebruik.

Neem contact op met de netwerkbeheerder.

“Pap. plts in_%1_ of [Annuleren] vr Pgdrv.”

Er is geen papier aanwezig in de aangegeven lade.

Plaats het opgegeven papier in de lade en druk op [JobReset] om de taak te resetten. Om uit de handinvoer af te drukken op papier met een breedte minder dan 84 mm, annuleert u de afdruktaak, en stelt u onder [Systeem] [Afdr via Hndinv: 64-84 mm] in op [Actief].

“Max aant. afdr. overschr in uitvoerlade. Afdrukken gestopt. Contr. de lade.”

De uitvoerlade is vol.

Haal het papier uit de uitvoerlade.

“Uitvoerlade is vol. Papier verwijderen.”

De uitvoerlade is vol.

Verwijder het papier.

“Probleem: Printerlettertype fout”

Er zijn problemen met het lettertypebestand van de printer.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan.

Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

“Probleem:Wireless kaart Bel servicedienst. _”

De printer kan de draadloze LAN-kaart niet detecteren.

Controleer of de draadloze LAN-interfacekaart correct is geïnstalleerd. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

“Fuseereenheid vervangen.”

U moet binnenkort de fuseereenheid vervangen.

Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe eenheid.

“Verv. vereist:IntTransf”

U moet de tussenliggende transfereenheid vervangen.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“Vervang. nodig: Pr.cartr.”

De toner is op of de fotogeleidereenheid heeft het einde van zijn gebruiksleven bereikt.

Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

“Vervang binnenk.:Fuseereenh”

U moet de fuseereenheid vervangen.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“Verv. binnenk.:IntTransf.”

U moet binnenkort de tussenliggende transfereenheid vervangen.

Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe eenheid.

“Vervang binnenk.:Fuseereenh”

U moet binnenkort de fuseereenheid vervangen.

Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe eenheid.

“Sensor schoonmkn.”

U moet de sensor voor de tonerdichtheid reinigen.

Voor meer informatie, zie De tonerdichtheidsensor reinigen.

“Plaats de fuseereenheid juist. ”

Het kan zijn dat de fuseereenheid niet correct is geïnstalleerd. Schakel de printer uit en installeer de fuseereenheid opnieuw.

Verschijnt deze melding na herinstallatie opnieuw, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“Plaats de tussenliggende transfereenheid juist. ”

Het kan zijn dat de tussenliggende transfereenheid niet correct geïnstalleerd is. Schakel de printer uit en installeer de tussenliggende transfereenheid opnieuw.

Verschijnt deze melding na herinstallatie opnieuw, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“Plaats de printcartridge juist.”

De printcartridge is misschien niet correct geplaatst.

Zet de printer uit en plaats de printcartridge opnieuw.

“Plaats tonerafvalfles correct. ”

De tonerafvalfles is misschien niet juist geïnstalleerd. Schakel de printer uit en plaats de tonerafvalfles opnieuw.

Verschijnt deze melding na herinstallatie opnieuw, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“Voorraadopdr. is mislukt.”

De automatische bestellingsorder is mislukt.

Het bericht geeft aan dat de printer geprobeerd heeft om de verbruiksartikelen te bestellen.

“Deze NetBIOSnaam wordt al gebruikt.(108/208)”

De NetBIOS-naam die is opgegeven voor de printer wordt al gebruikt door een ander apparaat op het netwerk.

Neem contact op met de netwerkbeheerder.

“Hetzelfde IPv4 adres bestaat al.(102/202)”

Het IPv4-adres dat is opgegeven voor de printer wordt al gebruikt door een ander apparaat op het netwerk.

Neem contact op met de netwerkbeheerder.

“De geselecteerde taak is al afgedrukt of verwijderd.”

Dit bericht kan verschijnen wanneer u een taak van de Web Image Monitor afdrukt of verwijdert.

Druk op Afsluiten in het meldingenscherm.

"Toner is bijna op."

De printcartridge is bijna leeg.

Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

“Probleem met USB. Neem cont. op met serv.”

De printer heeft een USB-kaartfout ontdekt.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

“Wrd ingest. vr IPv6/Gateway adr. zijn ongeldig.(110/210)”

Het IPv6-adres of gateway-adres is ongeldig.

Controleer de netwerkinstellingen.

“WPA verif. niet volt.(211)”

WPA-verificatie kon niet voltooid worden.

Neem contact op met de netwerkbeheerder.

"Kan geen verbinding maken met draadloze kaart. Zet hoofdstroomschakelaar uit. "

• De draadloze LAN-interfacekaart is niet geplaatst toen de printer werd aangezet.

• De draadloze LAN-interfacekaart is verwijderd nadat de printer was aangezet.

• De instellingen zijn niet bijgewerkt, hoewel de eenheid wel is waargenomen.

• Schakel de hoofdstroomschakelaar uit en controleer of de draadloze LAN-interfacekaart correct is geplaatst. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie over het installeren van de kaart.

• Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Kan niet afdruk., omdat lade van de alg. en tus.voeg- vel (hfdstk) hetz. is. Druk [Taak reset]”

De geselecteerde lade voor andere pagina's is dezelfde als die voor tussenbladen.

Reset de taak. Zorg ervoor dat de door u geselecteerde lade voor tussenbladen geen papier aanvoert voor andere pagina's.

“Wijzig de instelling om door te gaan met huidige taak of druk op [Taak reset].”

Het formaat van het papier in de lade komt niet overeen met het opgegeven formaat in het printerstuurprogramma.

Controleer of de instellingen van het printerstuurprogramma juist zijn en wijzig vervolgens het papierformaat of annuleer het afdrukken.

“Bijwerken @Remote-certificaat mislukt. Bel service.”

Het bijwerken van het @Remote-certificaat is niet gelukt.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

“Hardwarefout: Ethernetkaart”

Er is een fout opgetreden in de Ethernet-interface.

Schakel de hoofdschakelaar uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Hardwarefout: HDD”

Er is een fout opgetreden in de harde schijf.

• Schakel de hoofdschakelaar uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

• Het is mogelijk dat de harde schijf niet juist is geïnstalleerd als u deze zelf hebt geïnstalleerd. Controleer of deze juist is geïnstalleerd. Voor meer informatie over het installeren van de eenheid, zie De harde schijf installeren.

“Hardwarefout: Parallel Interface”

Er is een fout opgetreden op de IEEE 1284 interfacekaart.

• Schakel de hoofdstroomschakelaar uit en controleer of de IEEE 1284-interfacekaart op de juiste manier is geplaatst. Voor meer informatie over het installeren van de kaart, zie De interface-eenheden installeren.

• Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Hardwarefout: USB”

Er is een fout opgetreden in de USB-interface.

Schakel de hoofdschakelaar uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Hardwarefout: Wireless kaart”

Er wordt naar een "draadloze LAN-interfacekaart" verwezen met "draadloze kaart".

Er kan toegang tot de draadloze LAN-interfacekaart verkregen worden, maar er is een fout gedetecteerd.

• Schakel de hoofdstroomschakelaar uit en controleer of de draadloze LAN-interfacekaart correct is geplaatst. Voor meer informatie over het installeren van de kaart, zie De interface-eenheden installeren.

• Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Plts pp. in (Tray name).”

Het printerstuurprogramma-instellingen zijn incorrect, of de lade bevat niet het papier van het formaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd.

Controleer of de printerstuurprogramma-instellingen correct zijn en plaats dan het papierformaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd in de invoerlade. Voor meer informatie over hoe u het papierformaat wijzigt, zie Papier plaatsen.

“Geen toner. Vervang tonercartridge.”

De toner is op. Vervang de inktcartridge.

Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

“Geen kleurentoner. Er is kleurentoner nodig om in zwart-wit af te drukken met het huidige papiertype. Vervang de kleuren printcartridge of druk op [Taak reset] om afdr. te annul.”

De kleurentoner is op. Vervang de inktcartridge.

Voor meer informatie, zie De printcartridge vervangen.

“n ppfrm. niet overn Sel. nw lade/gebr. onderst. pap.form.”

("n" is de naam van de lade).

Het formaat van het papier in de lade komt niet overeen met het opgegeven formaat in het printerstuurprogramma.

Selecteer een lade waarin papier zit dat van hetzelfde formaat is als het opgegeven papierformaat.

“Probleem: Printerlettertype fout”

Er is een fout opgetreden in de lettertype-instellingen.

Neem contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger voor een afspraak.

“Problemen met draadloze board. Bel service. ”

(Er wordt naar een "draadloze LAN-interfacekaart" verwezen met "draadloze kaart").

De printer heeft een fout met de draadloze LAN-interfacekaart gedetecteerd.

Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Uitvoerlade is vol. Papier verwijderen.”

De uitvoerlade is vol.

Verwijder het papier.

“Vervanging van fuseereenheid is nu nodig. Bel service.”

U moet de fuseereenheid vervangen.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“De fuseereenheid moet nu worden vervangen. Vervang de fuseereenheid. ”

U moet de fuseereenheid vervangen.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“De fuseereenheid moet binnenkort vervangen worden. Er is een nieuwe eenheid nodig. Bel uw plaatselijke verkoper. ”

U moet binnenkort de fuseereenheid vervangen.

Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe eenheid.

“Vervanging van transfereenheid is nu nodig. Vervang transfereenheid. ”

U moet de tussenliggende transfereenheid vervangen.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“Vervanging van transfereenheid is nu nodig. Vervang transfereenheid. ”

U moet de tussenliggende transfereenheid vervangen.

Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“De transfereenheid moet binnenkort vervangen worden. Er is een nieuwe eenheid nodig. Bel uw plaatselijke verkoper. ”

U moet binnenkort de tussenliggende transfereenheid vervangen.

Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor een nieuwe eenheid.

“Sensor schoonmkn.”

U moet de sensor voor de tonerdichtheid reinigen.

Voor meer informatie, zie De tonerdichtheidsensor reinigen.

“SD-kaartverificatie mislukt. Bel service.”

De verificatie van de SD-kaart is mislukt.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

“Lade komt niet overeen met form&type. Sel. nw lade/gebr. onderst. frm.&type.”

De printerstuurprogramma-instellingen zijn incorrect, of de lade bevat niet het papier van het formaat of type dat geselecteerd is in het printerstuurprogramma.

• Controleer of de printerstuurprogramma-instellingen correct zijn en plaats dan het papierformaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd in de invoerlade. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie Papier plaatsen.

• Selecteer de lade handmatig om verder te gaan met afdrukken of annuleer een afdruktaak. Voor meer informatie over hoe u handmatig een afdruktaak kunt selecteren of annuleren, zie Als er zich een fout voordoet met het opgegeven papierformaat en de opgegeven papiersoort.

“Tonerafvalfles is vol. Vervang de fles.”

De tonerafvalfles is vol.

Plaats een nieuwe tonerafvalfles. Voor meer informatie, zie Andere verbruiksartikelen vervangen.

“Kan geen toegang tot het gespecificeerde geheugenapparaat krijgen.”

Het geheugenopslagapparaat wordt niet herkend.

Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie over de aanbevolen geheugenopslagapparaten voor de rechtstreekse afdrukfunctie. Een USB-flashgeheugen dat wordt beschermd door een wachtwoord of andere beveiligingsfuncties zal misschien niet goed functioneren.