Koptekst overslaan
 

Waarschuwingsberichten (die in foutlogboeken en -rapporten worden afgedrukt)

Dit onderdeel beschrijft de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor foutmeldingen die worden afgedrukt in het foutenlogboek of in rapporten.

SP C340DN

Meldingen

Oorzaak

Oplossing

“Adresboek is in gebruik. ”

De printer is momenteel niet in staat om verificatie uit te voeren, omdat het adresboek gebruikt wordt door een andere functie.

Wacht even en probeer het dan nogmaals.

“Autom. Gebr. progr. misl. ”

Automatische registratie van informatie voor LDAP-verificatie of Windows-verificatie is mislukt, omdat het adresboek vol is.

Voor meer informatie over automatische registratie van gebruikersinformatie, zie de Veiligheidshandleiding.

“Kan niet afdrukken.”

U heeft geen rechten om het PDF-bestand af te drukken dat u wilt afdrukken.

Neem contact op met de eigenaar van het document.

“Fout Classificatiecode”

De classificatiecode is niet opgegeven in het printerstuurprogramma.

Selecteer [Optioneel] voor de classificatiecode. Voor meer informatie over het configureren van de classificatiecode, zie Classificatiecodes registreren.

“Sorteren geannuleerd”

Sorteren is geannuleerd.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Sorteren: Pag. maximum”

De hoeveelheid vrij geheugen is onvoldoende om te sorteren.

Verminder het aantal af te drukken pagina's.

“Opdrachtfout. ”

Een RCPS-opdrachtfout is opgetreden.

Controleer of de communicatie tussen het apparaat en de printer op de juiste manier werkt.

“Fout gecomprimeerde data”

De printer heeft corrupte gecomprimeerde gegevens ontdekt.

Controleer of het programma dat u heeft gebruikt voor het comprimeren van de gegevens correct werkt.

“Duplex geannuleerd”

Dubbelzijdig afdrukken is geannuleerd.

Wijzig de instelling voor "Duplexlade" in [Papierinvoer] om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade.

“Fout. Afdrukken/Geannul.”

Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken, maar deze is genegeerd.

Controleer de afdrukinstellingen.

“Max. afdr.vol. overschreden”

Afdrukken is geannuleerd omdat het maximum aantal afdrukken is bereikt.

Neem contact op met de beheerder.

“Max. afdr.vol. overschreden”

Het maximale aantal toegestane te registreren gebruikerscodes is bereikt.

Verwijder onnodige gebruikerscodes.

“Bestandsysteemfout. ”

Het rechtstreeks afdrukken van PDF-bestanden kon niet worden uitgevoerd, omdat het bestandssysteem niet kon worden verkregen.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Bestandsysteem vol. ”

Het PDF-bestand kan niet worden afgedrukt, omdat de capaciteit van het bestandssysteem vol is.

Verwijder alle onnodige bestanden van de harde schijf of verminder de grootte van de bestanden die naar de printer worden verzonden.

“Gebr. functie geweig.”

De afdruktaak is geannuleerd om een van de volgende redenen:

  • De gebruiker heeft geen bevoegdheid om af te drukken.

  • Er zijn geen bevoegdheden om af te drukken toegekend aan de ingevoerde gebruikersnaam of gebruikerscode, of

  • Er is een foutief wachtwoord opgegeven voor de gebruikersnaam.

Voer de gebruikersnaam of gebruikerscode met afdrukbevoegdheden in, of voer het juiste wachtwoord voor de gebruikersnaam in.

“I/O buffer overloop.”

Er heeft een invoerbufferoverloop plaatsgevonden.

  • Selecteer [Prioriteit lettertype] voor [Gebruik van geheugen] in [Systeem].

  • Stel in [I/O-buffer] onder het menu [Host interface] de maximale bufferomvang op een grotere waarde in.

  • Verminder het aantal bestanden dat naar de printer wordt verzonden.

“Geen reactie van server. ”

Er is een time-out opgetreden bij het tot stand brengen van de verbinding tussen printer en server voor LDAP verificatie of Windows-verificatie.

Controleer de status van de server.

“Fout papierformaat”

Het afdrukken is geannuleerd, omdat het opgegeven papierformaat niet uit de lade gehaald kan worden.

Controleer het beschikbare papierformaat.

“Papiertype fout”

De printer herkent het papiertype dat in het printerstuurprogramma is opgegeven niet.

Controleer of de printer op de juiste manier op het netwerk is aangesloten en controleer of bidirectionele communicatie is ingeschakeld. Als het probleem zich blijft voordoen, controleer dan de instellingen van het papiertype van de gebruiker in de printer.

“Wachtw komt niet overeen.”

Er is een foutief wachtwoord ingevoerd tijdens het afdrukken van een gecodeerd PDF-bestand.

Controleer het wachtwoord.

“PDF bestandfout.”

Er is onder een fout opgetreden (bijv. syntaxfout, etc.).

Controleer of het PDF-bestand geldig is.

“Print overrun.”

Het afdrukken is afgebroken.

Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma.

“Ontvangen gegevens mislukt.”

Gegevensontvangst is gestopt.

Verstuur de gegevens nogmaals.

“Verzenden gegevens mislukt.”

De printer heeft van het printerstuurprogramma de opdracht gekregen om de verzending de stoppen.

Controleer of de computer goed werkt.

“Gebr.verif. bestaat reeds. ”

Deze accountnaam is al gebruikt in het nieuw geselecteerde domein of server via LDAP-verficatie of Integratieserver-verificatie.

Neem contact op met de beheerder.

SP C342DN

Meldingen

Oorzaak

Oplossing

“98: Fout”

De printer kan de harde schijf niet goed lezen.

Schakel de hoofdschakelaar uit en weer in. Als de melding regelmatig verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Een taak via het netwerk is niet afgedrukt vanwege een fout. De taak is opgeslagen als een niet afgedrukte taak.”

Er zijn taken met fouten opgeslagen, omdat er een fout is opgetreden met een afdruktaak via het netwerk terwijl de functie voor het opslaan van taken was ingeschakeld.

Neem contact op met uw beheerder om te controleren of het apparaat correct is aangesloten op het netwerk.

“Adresboek is momenteel in gebruik door een andere functie. Verificatie is mislukt. ”

De printer is momenteel niet in staat om verificatie uit te voeren, omdat het adresboek gebruikt wordt door een andere functie.

Wacht even en probeer het dan nogmaals.

“Autom. registratie van gebruikersinformatie is mislukt.”

Automatische registratie van informatie voor LDAP-verificatie of Windows-verificatie is mislukt, omdat het adresboek vol is.

Voor meer informatie over het automatisch registreren van gebruikersinformatie, zie de Veiligheidshandleiding.

“Classificatiecode is onjuist.”

De classificatiecode is niet ingevoerd of de classificatiecode is onjuist ingevoerd.

Voer de juiste classificatiecode in.

“Classificatiecode is onjuist.”

De classificatiecode wordt niet ondersteund door het printerstuurprogramma.

Selecteer [Optioneel] voor de classificatiecode. Voor meer informatie over het configureren van de classificatiecode, zie Classificatiecodes registreren.

“Sorteren is geannuleerd.”

Sorteren is geannuleerd.

Verminder het aantal bestanden dat naar de printer wordt verzonden.

“Opdrachtfout. ”

Een RCPS-opdrachtfout is opgetreden.

Controleer of de communicatie tussen de digitale camera en de printer op de juiste manier werkt.

“Opdrachtfout”

Een RCPS-opdrachtfout is opgetreden.

Controleer of de communicatie tussen het apparaat en de printer op de juiste manier werkt.

“Fout gecomprimeerde gegevens.”

De printer heeft corrupte gecomprimeerde gegevens ontdekt.

  • Controleer de verbinding tussen de computer en de printer.

  • Controleer of het programma dat u heeft gebruikt voor het comprimeren van de gegevens correct werkt.

“Fout gegevensopslag.”

U probeerde een testafdrukbestand, een beveiligd afdrukbestand, een uitgesteld afdrukbestand of een opgeslagen afdrukbestand af te drukken, terwijl er geen harde schijf is geïnstalleerd.

De harde schijf is vereist voor het afdrukken van een testafdruk, beveiligde afdruk, uitgestelde afdruk of opgeslagen afdrukbestand.

Als de melding na installatie van de harde schijf wordt weergegeven, neem dan contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger.

“Duplex is geannuleerd.”

Dubbelzijdig afdrukken is geannuleerd.

  • Selecteer het juiste papierformaat voor de duplexfunctie. Voor informatie over papierformaten, zie Specificaties papierformaat.

  • Wijzig de instelling voor "2-zijdig toepassen" in [Systeeminstellingen] om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade. Voor meer informatie over het instellen van "2-zijdig toepassen", zie Papierinstellingen lade (SP C342DN).

“Er is een fout ontstaan.”

Er is onder een fout opgetreden (bijv. syntaxfout, etc.).

Controleer of het PDF-bestand geldig is.

“Fout opgetreden. De taak is afgedrukt terwijl instell. zijn gewijz. of taak is geannuleerd.”

Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken, maar deze is overgeslagen.

Controleer of de gegevens geldig zijn.

“Max. aantal bestanden om af te drukken voor tijd./opgesl. taken overschr.”

Terwijl u een Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk wilde afdrukken, werd de maximale bestandscapaciteit overschreden.

Verwijder onnodige bestanden die op de printer zijn opgeslagen.

“Max. aant. bestanden (autom.) overschreden”

Terwijl de opslagfunctie voor fouttaken wordt gebruikt om normale afdruktaken op te slaan als uitgestelde afdruktaken, werd de maximale bestandscapaciteit voor het opslaan van bestanden of het bestandsbeheer voor uitgestelde afdrukken (automatisch) overschreden.

Verwijder uitgestelde afdrukbestanden die automatisch zijn opgeslagen of bestanden die u niet meer nodig heeft, uit de printer.

“Max. aant. pag. (autom.) overschreden”

Terwijl de opslagfunctie voor fouttaken wordt gebruikt om normale afdruktaken op te slaan als uitgestelde afdruktaken, werd de maximale paginacapaciteit overschreden.

  • Verwijder onnodige bestanden die op de printer zijn opgeslagen.

  • Verminder het aantal af te drukken pagina's.

“Max. aantal pagina's voor tijdelijke/opgeslagen taken overschreden.”

De maximale paginacapaciteit werd overschreden tijdens het afdrukken van een Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk.

  • Verwijder onnodige bestanden die op de printer zijn opgeslagen.

  • Verminder het aantal af te drukken pagina's.

“Het maximum aantal pagina's is overschreden. Het sorteren is niet voltooid. ”

Het aantal pagina's overschrijdt het maximale aantal pagina's waarmee u Sorteren kunt gebruiken.

Verminder het aantal af te drukken pagina's.

“Max. geteld aantal per eenheid voor Afdrukvolumegebruik. De taak is geannuleerd. ”

Het aantal pagina's dat de gebruiker mag afdrukken werd overschreden.

Voor informatie over Afdr.volumegebr. bep., zie de Veiligheidshandleiding.

“Verkrijgen van bestandssysteem mislukt.”

Het rechtstreeks afdrukken van PDF-bestanden kon niet worden uitgevoerd, omdat het bestandssysteem niet kon worden verkregen.

Zet de hoofdstroomschakelaar uit en weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Bestandssysteem is vol.”

Het PDF-document wordt niet afgedrukt, omdat de capaciteit van het bestandssysteem ontoereikend is.

Verwijder alle onnodige bestanden van de harde schijf of verminder de grootte van de bestanden die naar de printer worden verzonden.

“Harde schijf is vol.”

De harde schijf is volgeraakt tijdens het afdrukken van een Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdrukbestand.

  • Verwijder onnodige bestanden die op de printer zijn opgeslagen.

  • Verminder de gegevensgrootte van de Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk.

“Harde schijf is vol.”

Als u afdrukt met het PostScript 3-printerstuurprogramma, dan is de capaciteit van de harde schijf voor lettertypen en formulieren overschreden.

Verwijder onnodige formulieren en lettertypen van de printer.

“Harde schijf is vol (automatisch opslaan)”

De harde schijf is vol geraakt terwijl de opslagfunctie voor fouttaken werd gebruikt om normale afdruktaken op te slaan als uitgestelde afdrukbestanden.

  • Verwijder onnodige bestanden die op de printer zijn opgeslagen.

  • Verminder de gegevensgrootte van tijdelijke afdrukbestanden en/of opgeslagen afdrukbestanden.

“I/O buffer overloop.”

Er heeft een invoerbufferoverloop plaatsgevonden.

  • Selecteer [Prioriteit lettertype] voor [Gebruik van geheugen] in [Systeem].

  • Stel in [I/O-buffer] onder het menu [Host interface] de maximale bufferomvang op een grotere waarde in.

  • Verminder het aantal bestanden dat naar de printer wordt verzonden.

“Informatie voor gebruikersinformatie is reeds geregistreerd voor een andere gebruiker.”

De gebruikersnaam voor LDAP-verificatie of Integratieserver-verificatie was al geregistreerd in een andere server met een andere ID. De gebruikersnaam is gedupliceerd door het wisselen van domeinen (servers), etc.

Voor meer informatie over gebruikersverificatie, zie de Veiligheidshandleiding.

“Onvoldoende geheugen”

Er is een geheugentoewijzingsfout opgetreden.

PCL 5 / PostScript 3

Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma.

PCL 6

Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma. Klik op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma op [Afdr.kwaliteit: Geav.] in "Menu:" en selecteer vervolgens [Raster] in de lijst "Vector/Raster:". In sommige gevallen zal het lang duren voordat de afdruktaak voltooid is.

“Geheugen herstelfout”

Er is een geheugentoewijzingsfout opgetreden.

Zet de hoofdstroomschakelaar uit en weer aan.

“Geen reactie van server. Verificatie is mislukt.”

Er is een time-out opgetreden bij het totstandbrengen van de verbinding voor LDAP verificatie of Windows verificatie.

Controleer de status van de server.

“PDL-fout.”

Er is een printertaal-fout opgetreden.

Druk op [OK].

“Er is een PDF-fout opgetreden. De afdruktaak die de fout heeft veroorzaakt, wordt geannuleerd.”

Het afdrukken werd geannuleerd omdat er een printertaal-fout is opgetreden.

Verstuur de gegevens nogmaals.

“Print overrun.”

De afbeeldingen zijn niet afgedrukt.

Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma.

“Afdrukprivileges zijn niet voor dit document ingesteld.”

Het PDF document dat u probeerde af te drukken heeft geen privileges voor afdrukken.

Neem contact op met de eigenaar van het document.

“Ontvangen gegevens mislukt.”

Gegevensontvangst is gestopt.

Verstuur de gegevens nogmaals.

“Het geselecteerde papiertype wordt niet ondersteund. Deze taak is geannuleerd.”

Job reset wordt automatisch uitgevoerd als het opgegeven papierformaat onjuist is.

Geef het juiste papierformaat op en druk het bestand nogmaals af.

“Verzenden gegevens mislukt.”

De printer heeft van het printerstuurprogramma de opdracht gekregen om de verzending de stoppen.

Controleer of de computer goed werkt.

“Voorraadorder is mislukt.”

De automatische bestellingsorder is mislukt.

Het bericht geeft aan dat de printer geprobeerd heeft om de verbruiksartikelen te bestellen.

“Ongeautoriseerde kopieerpreventie-fout”

Het veld [Voer gebruikerstekst in:] in het scherm [Patroondetails voor voorkomen van onbevoegd kopiëren] is leeg.

PCL 6 / PostScript 3

Op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma klikt u op [Effecten] in "Menu:". Selecteer [Voorkomen van onbevoegd kopiëren] en klik vervolgens op [Details] om [Patroondetails voor voorkomen van onbevoegd kopiëren] weer te geven. Voer een tekst in bij [Voer gebruikerstekst in:].

“Fout met papiertype van gebruiker”

De printer herkent het papiertype dat in het printerstuurprogramma is opgegeven niet.

Controleer of de printer op de juiste manier op het netwerk is aangesloten en controleer of bidirectionele communicatie is ingeschakeld. Als het probleem zich blijft voordoen, bevestig dan de instellingen van het papiertype van de gebruiker in de printer. Voor meer informatie, zie Unieke namen aan papiersoorten toekennen.

“U heeft niet het privilege om deze functie te gebruiken. Afdruktaak is geannuleerd.”

De ingevoerde Log-in gebruikersnaam of het ingevoerde Log-in wachtwoord is onjuist.

Controleer of de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord correct zijn.

“U heeft niet het privilege om deze functie te gebruiken. Afdruktaak is geannuleerd.”

Het is de ingelogde gebruiker niet toegestaan om de geselecteerde functie te gebruiken.

Voor meer informatie over het instellen van rechten, zie de Veiligheidshandleiding.

“U heeft het recht niet om deze functie te gebruiken. Bewerking is geannuleerd.”

De ingelogde gebruiker heeft geen toestemming om programma's te registreren of de instellingen van de papierlade(n) te wijzigen.

Voor meer informatie over het instellen van rechten, zie de Veiligheidshandleiding.

Meldingen tijdens het rechtstreeks afdrukken vanaf een geheugenopslagapparaat

Meldingen

Oorzaken

Oplossing

“99: Fout”

Deze gegevens kunnen niet afgedrukt worden. De opgegeven gegevens zijn corrupt of worden niet ondersteund door de rechtstreekse afdrukfunctie vanuit verwijderbare geheugenopslagapparatuur.

Controleer of de gegevens geldig zijn. Voor meer informatie over welke gegevens ondersteund worden door de functie 'Rechtstreeks afdrukken vanaf geheugenapparaten', zie Rechtstreeks afdrukken vanaf een geheugenopslagapparaat.

Als het afdrukken niet begint, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

Opmerking

  • De inhoud van fouten kan worden afgedrukt op de Configuratiepagina. Controleer de Configuratiepagina in combinatie met het foutenlogboek. Voor meer informatie over hoe u de Configuratiepagina kunt afdrukken, zie Een testafdruk maken.