U kunt de snelheid instellen die de printer gebruikt voor Ethernet-communicatie. Normaal gesproken moet u de printer zo instellen dat die de Ethernet-snelheid automatisch selecteert. Met deze instelling kunnen twee interfaces de snelheid vaststellen zodra ze verbinding maken.
De verbinding kan niet tot stand worden gebracht als de Ethernet-snelheid niet overeenkomt met de overdrachtsnelheid van uw netwerk.
Om het verbruik van netwerkapparaten te verminderen, bedraagt de standaard Ethernet-snelheid van de printer niet meer dan 100BASE-TX (100 Mbps). Om met een hogere snelheid te communiceren, schakelt u 1000BASE-T (1Gbps) in door [Autom. sel.: 1Gbps insch.] te selecteren in [Ethernetsnelheid].
Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met de toetsen [ ] of [ ].
Selecteer [Host interface] Druk op [OK]
Selecteer [Netwerk] Druk op [OK]
Selecteer [Ethernetsnelheid] Druk op [OK]
Selecteer de Ethernet-snelheid Druk op [OK]