Configureer de printer voor het netwerk via het bedieningspaneel.
Na het configureren van de netwerkinstellingen kunt u de configuratiepagina afdrukken om de instellingen te controleren. Voor meer informatie, zie Een testafdruk maken.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor informatie over het configureren van netwerkinstellingen.
Voor meer informatie over het instellen van items en hun standaardwaarden, zie Host Interface.
U kunt ook Web Image Monitor gebruiken om de aan IP-adres gerelateerde instellingen te doen. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.