I/O-buffer
U kunt het formaat van de I/O-buffer selecteren. Normaal gesproken is het niet nodig om deze instelling te wijzigen.
I/O-timeout
U kunt het aantal seconden instellen dat de computer moet wachten om een afdruktaak te voltooien. Wanneer het afdrukken regelmatig wordt onderbroken door gegevens van andere poorten kunt u de time-outperiode verlengen.
Netwerk
U kunt de netwerkinstellingen configureren. Voor meer informatie, zie Configuratie.
Apparaat IPv4 adres
U kunt instellen of het IPv4-adres handmatig of automatisch wordt ingesteld.
Autom. verkrijgen(DHCP)
Als DHCP is ingesteld op Aan, kunnen het IPv4-adres, subnetmask-adres en het gateway-adres niet gewijzigd worden. Schakel DHCP uit om ze te wijzigen. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de netwerkconfiguratie.
Specificeren
IP-adres
Stel het IPv4-adres handmatig in.
Subnet M
Stel het subnetmasker handmatig in.
Gateway
Stel het gateway-adres handmatig in.
IPv6 Statusloze inst.
U kunt instellen of de automatische configuratie van een staatloos IPv6-adres in- of uitgeschakeld moet worden.
DHCPv6-configuratie
U kunt de DHCPv6-instellingen configureren.
DHCPv6-instelling
U kunt opgeven of u DHCPv6 al dan niet wilt inschakelen.
Bedieningsmodus
U kunt de bedieningsmodus voor DHCPv6 specificeren als [DHCPv6-instelling] is ingesteld op [Actief].
DNS-serveradres
U kunt selecteren hoe het DNS-serveradres gespecificeerd wordt wanneer [DHCPv6-instelling] is ingesteld op [Actief].
IPsec
Dit is een beveiligingsfunctie. Neem, voor meer informatie over deze functie, contact op met uw beheerder.
Actief protocol
U kunt het actieve protocol instellen.
Ethernetsnelheid
U kunt de netwerksnelheid voor gebruik van de printer instellen. Als er zich een communicatiefout voordoet vanwege compatibiliteitsproblemen met de hub selecteert u een snelheid die geschikt is voor uw netwerkomgeving.
Om het verbruik van netwerkapparaten te verminderen, bedraagt de standaard ethernetsnelheid van de printer tot maximaal 100BASE-TX (100 Mbps). Indien u communicatie met een hogere snelheid nodig heeft, selecteert u [Autom. sel: 1 Gbps insch.] om 1000BASE-T (1Gbps) in te schakelen.
IEEE802.1X Ver.(Ethernet)
U kunt IEEE 802.1X ethernetverificatie instellen. Zie de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over IEEE 802.1X-verificatie.
Restr.IEEE802.1X Ver.Std.
U kunt standaardinstelling IEEE 802.1X herstellen.
Type LAN
U kunt Ethernet of Wireless LAN selecteren.
Als Ethernet en draadloos LAN allebei zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang.
SSL/TLS Comm. toestaan
U kunt gecodeerde communicatie voor SSL/TLS instellen. Als u [Alleen cijfertekst] instelt, dan moet u het SSL-certificaat voor de printer installeren.
Parallelle interface
U kunt de instellingen voor het parallelle interface configureren.
Parallelle tijdsinstelling
U kunt de timing voor de parallelle interface instellen.
Parallelle comm.snelheid
U kunt instellen of u DMA-overdracht gebruikt voor het ontvangen van gegevens.
Geselecteerd statussignaal
U kunt het niveau van het selectiesignaal van de parallelle interface instellen.
Invoeraccent
Normaal gesproken hoeft u deze instelling niet te veranderen.
Bidirectionele comm.
U kunt opgeven of u bidirectionele communicatie wilt in- of uitschakelen.
Wireless LAN
U kunt de instellingen voor draadloos LAN configureren.
WLAN: Eenv. inst/Dir. verb
U kunt draadloos LAN automatisch instellen met de Wi-Fi Protected Setup (WPS).
Communicatiemodus
U kunt de transmissiemodus instellen voor draadloos LAN.
SSID-instelling
U kunt het SSID instellen om het toegangspunt vast te leggen in [Infrastructuur modus] of [802. 11 Ad-hoc modus].
De tekens die kunnen worden gebruikt zijn ASCII 0x20-0x7e (32 bytes).
Ad-hoc kanaal
U kunt het kanaal instellen om te gebruiken wanneer [802. 11 Ad-hoc modus] geselecteerd is. Stel het kanaal zo in dat het overeenkomt met het gebruikte soort draadloos LAN.
IEEE 802.11b/g draadloos LAN
Frequentiebereik:
2412–2462 MHz (kanaal 1–11)
IEEE 802.11a draadloos LAN
Frequentiebereik:
5180–5240 MHz (kanaal 36, 40, 44 en 48)
IEEE 802.11n draadloos LAN
Frequentiebereik:
2412–2462 MHz (kanaal 1–11)
5180–5240 MHz (kanaal 36, 40, 44 en 48)
Beveiligingsmethode
U kunt instellen of u codering wilt inschakelen en welk beveiligingstype gebruikt wordt als de codering ingeschakeld is.
Uit
WEP
Druk op [Details] en voer dan de WEP-sleutel in met hexadecimale en ASCII-karakters.
WPA2
Druk op [Details] en selecteer dan de Verificatiemethode.
Als u WPA2 selecteert, wordt de coderingsmethode ingesteld op CCMP (AES) en dit kan niet gewijzigd worden.
Selecteer een van de volgende verificatiemethoden:
WPA2-PSK, WPA2
Als u WPA2-PSK selecteert, voer dan een wachtwoord in (van 8 tot 63 tekens).
Instellingen rechtstreekse verbinding
Hiermee kunt u een rechtstreekse draadloze verbinding configureren en de verbindingsstatus controleren.
Wireless LAN signaal
U kunt de signaalsterkte controleren tijdens het gebruik van het draadloos LAN.
Standaarden herstellen
U kunt de draadloze LAN-instellingen terugzetten naar hun standaardwaarden.
USB-instellingen
U kunt de communicatieparameters configureren voor verbinding vanuit de computer naar de printer via USB.
![]()
Voor meer informatie over het configureren van instellingen vanuit Web Image Monitor, zie Web Image Monitor Help.