Koptekst overslaan
 

Installatieprocedure van de printer

Installeer de printer met behulp van de volgende procedure:

1Selecteer een geschikte locatie voor uw printer.

Voor meer informatie, zie Installatielocatie.

2Haal de printer uit de verpakking.

3Installeer de optionele eenheden en kaarten op de printer.

Voor meer informatie, zie Opties installeren.

4Plaats papier in de papierinvoerlade.

Voor meer informatie, zie Papier plaatsen.

5Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.

Voor meer informatie, zie Het aansluiten van de stroomkabel en Het apparaat aan-/uitzetten.

6Selecteer de taal van het display.

Voor meer informatie, zie De taal van het display selecteren.

7Druk een testpagina af.

Voor meer informatie, zie Een testafdruk maken.

8Sluit de printer aan op uw netwerk.

Voor meer informatie, zie De printer aansluiten.

9Configureer de netwerkinstellingen van de printer.

Voor meer informatie, zie Configuratie.

10Installeer het printerstuurprogramma.

Voor meer informatie, zie Installatiehandleiding stuurprogramma.