Koptekst overslaan
 

Installatielocatie

De locatie van de printer moet met zorg worden gekozen, omdat de omgevingscondities een grote invloed hebben op de prestaties van de printer.

WAARSCHUWING


  • Zorg dat u het apparaat zo dicht mogelijk in de buurt van een stopcontact plaatst. Het is dan mogelijk om, in geval van nood, het netsnoer eenvoudig uit het stopcontact te halen.


  • Gebruik geen brandbare sprays of oplosmiddelen in de buurt van dit apparaat. Plaats deze items ook niet in de buurt van dit apparaat. Doet u dit wel, dan kan dit resulteren in brand of een elektrische schok.

VOORZICHTIG


  • Houd het apparaat vocht- en stofvrij. Anders kan er brand ontstaan of kunnen zich elektrische schokken voordoen.


  • Plaats het apparaat niet op een wankele of schuine ondergrond. U kunt immers lichamelijk letsel oplopen als het apparaat omvalt.


  • Blokkeer de zwenkwieltjes nadat u het apparaat heeft verplaatst, zodat het goed op zijn plaats blijft staan. Doet u dit niet, dan kan het apparaat gaan bewegen of omvallen, waardoor er lichamelijke letsel kan worden veroorzaakt.


  • Zorg ervoor dat de kamer waar u het apparaat gebruikt goed geventileerd wordt en ruim genoeg is. Een goede ventilatie is vooral van belang wanneer het apparaat veel wordt gebruikt.


  • Stel het apparaat niet bloot aan zoutige (zee)lucht en bijtende gassen. Plaats het apparaat ook niet in ruimtes waar chemische reacties plaatsvinden (zoals in laboratoria, etc.). Doet u dit wel, dan zal het apparaat niet naar behoren werken en mogelijk defect raken.

Belangrijk

  • Plaats de printer niet rechtstreeks op de grond.

Benodigde ruimte

De aanbevolen (minimaal vereiste) ruimte is:

Illustratie van de benodigde ruimte voor plaatsing

Optimale omgeving

Het toegestane en aanbevolen temperatuur- en vochtigheidsbereik is:

Illustratie van optimale omgeving

  • Wit gebied: toegestane bereik

  • Blauw gebied: aanbevolen bereik

Opmerking

  • De printer moet recht staan met een maximale afwijking van 5 mm, 0,2" (van de achter- naar de voorkant en van links naar rechts).

Ventilatie

Als u deze printer langdurig of veelvoudig in een gesloten ruimte gebruikt zonder goede ventilatie, bespeurt u misschien een rare lucht.

Hierdoor kan het uitgevoerde papier mogelijk ook raar gaan ruiken.

Als u een rare geur ruikt, dient u regelmatig te ventileren om de werkplek aangenaam te houden.

  • Stel de printer zo in dat het de lucht niet direct richting mensen blaast.

  • Ventilatie moet meer dan 30 m3/u/persoon zijn.

Geur van nieuw apparaat

Een nieuwe printer produceert mogelijk een wat vreemde geur. Deze geur zal in ongeveer een week afnemen.

Als u een rare lucht bespeurt, dient u de ruimte te ventileren.

Ruimten waarin de printer niet moet worden geplaatst

Gebruik de printer niet in de volgende ruimten:

Belangrijk

  • Ruimten die worden blootgesteld aan direct zonlicht of sterk licht

  • Stoffige ruimten

  • Ruimten met agressieve gassen

  • Zeer koude, warme of vochtige ruimten

  • Ruimten die blootgesteld zijn aan luchtstromen (warm, koud of kamertemperatuur) afkomstig uit airconditioners

  • Ruimten die rechtstreeks zijn blootgesteld aan warmte afkomstig van radiatoren

  • Ruimten in de buurt van airconditioners, verwarmingen of bevochtigingsapparaten

  • Ruimten in de buurt van andere elektrische apparatuur

  • Ruimten waar vaak sterke trillingen voorkomen

Voeding

Sluit het netsnoer aan op een stroombron met de volgende specificatie:

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

220–240 V, 50/60 Hz, 6 A

Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

120–127 V, 60 Hz, 11 A