Wanneer de richting waarin u het origineel geplaatst heeft, verschilt van die van het papier waarop u kopieert, dan draait het apparaat de originele afbeelding 90 graden en past het aan het kopieerpapier aan. Dit wordt "Kopie draaien" genoemd.
Deze functie werkt wanneer [Autom.pap.sel] of [Autom. verkl./vergr.] geselecteerd is. Voor meer informatie, zie Automatische papierselectie en Automatisch verkleinen/vergroten.

![]()
De standaardinstelling voor [Automatische ladewisseling] is [Met beeldrotatie]. U kunt de functie 'Kopie draaien' niet gebruiken als deze instelling is veranderd naar [Zonder beeldrotatie] of [Uit]. Voor meer informatie, zie Algemene toepassingen.
U kunt Kopie draaien niet gebruiken als u kopieert op papier met formaat A0 (E), B1 JIS, 30 × 21 of 30 × 42. Plaats in dit geval originelen met het formaat 30 × 21 in staande richting (
) en originelen met een ander formaat in liggende richting (
).
Wanneer u kopieën op volledig formaat maakt op papier van A4- of B4 JIS-formaat en de functie Kopie draaien gebruikt, plaatst u originelen in de afdrukrichting en laadt u papier in de richting
.