U kunt een origineel tijdelijk op het apparaat opslaan en het later via het bedieningspaneel of Web Image Monitor afdrukken.
Selecteer de originelen die u wilt afdrukken.
Selecteer [Print...] in het menu [File].
Selecteer het apparaat dat u gebruikt in het pop-upmenu [Printer:].
Klik op [Takenlogboek] in het pop-upmenu.
Klik op [Uitgestelde afdruk] in het pop-upmenu [Taaksoort:].
Voer in het veld [Gebruikers-ID:] een gebruikers-ID in van maximaal acht alfanumerieke tekens.
U kunt het opgeslagen origineel een naam van maximaal 16 alfanumerieke tekens geven.
Om een origineel op een bepaalde tijd af te drukken, vinkt u het selectievakje [Stel afdruktijd in] aan.
Druk het origineel af met behulp van de afdrukfunctie in de standaardapplicatie van het origineel.
Het origineel wordt op dit moment niet afgedrukt. Het blijft in het apparaat opgeslagen.
Druk het origineel via het bedieningspaneel af.
Als er op het bedieningspaneel een foutmelding wordt weergegeven, wordt het afdrukken niet gestart, zelfs niet op de opgegeven afdruktijd is.
Als u de printer uitzet, start het afdrukken niet, zelfs niet als het de opgegeven afdruktijd is. Om een origineel af te drukken waarvan de opgegeven tijd al is verstreken, stelt u [Taken niet afgedr omdat app. uit was] in op [Afdr. indien app. aan] op het tabblad [Systeem] onder [Printereigenschappen]. Raadpleeg de handleiding Afdrukken voor meer informatie.