Koptekst overslaan
 

Parallele interface

In dit gedeelte worden de gebruikerstools beschreven in het menu Paral. interf. onder Interface instell..

[Paral. interf.] wordt weergegeven als dit apparaat is geïnstalleerd met de IEEE 1284-interfacekaart.

Parallelle tijdsinstelling

Stel de tijd in voor het controlesignaal van de parallelle interface.

Normaal gezien is het niet nodig om deze instelling te wijzigen.

Standaardinstelling: [ACK buitenzijde]

Parallelle communicatiesnelheid

Stel de communicatiesnelheid voor de parallelle interface in. Als de snelheid te hoog is, is het mogelijk dat gegevens niet vlot worden doorgegeven. Als dat het geval is, wijzigt u de instelling naar [Standaard].

Standaardinstelling: [Hoge snelheid]

Geselecteerd statussignaal

Stel het niveau in voor het geselecteerde signaal van de parallelle interface.

Standaardinstelling: [Hoog]

Invoeraccent

Stel in of het invoersignaal bij ontvangst moet worden in- of uitgeschakeld.

Normaal gezien is het niet nodig om deze instelling te wijzigen.

Standaardinstelling: [Inactief]

Bidirectionele communicatie

Stel de antwoordmodus van de printer in op een statusverwervingsverzoek bij gebruik van een parallelle interface. Als u problemen ervaart bij het gebruik van een apparaat van een andere fabrikant, stelt u dit in op [Uit].

Standaardinstelling: [Aan]

Als deze is ingesteld op [Uit], wordt de bidirectionele communicatiefunctie uitgeschakeld en wordt het printerstuurprogramma niet geïnstalleerd onder de Windows functie Autodetectie.

Signaalcontrole

Geef op hoe fouten die optreden tijdens het afdrukken of het verzenden van faxen vanaf een computer moeten worden behandeld.

Standaardinstelling: [Prior. taakacceptatie]