In dit onderdeel wordt het menu SMTP ontvangstinst. bestandsbez. onder Faxeigenschappen beschreven.
Wanneer een geverifieerd e-mailadres is ingesteld, wordt e-mail ontvangen van adressen die niet overeenkomen met het geverifieerde adres weggegooid en wordt een foutmelding teruggestuurd naar de SMTP-server.
Het geverifieerde e-mailadres wordt vergeleken met de adressen van e-mailbronnen, zoals wordt duidelijk gemaakt aan de hand van de volgende voorbeelden.
Wanneer het geautoriseerde e-mailadres is ingesteld op "@aaa.abcd.com":
abc@aaa.abcd.com - geaccepteerd
def@aaa.xyz.com - niet geaccepteerd
abc@abcd.com - niet geaccepteerd
Zelfs wanneer het e-mailbericht wordt weggegooid, wordt er geen foutrapport gegenereerd.
Deze functie is beschikbaar op systemen waarbij routering via SMTP van ontvangen e-mails mogelijk is.
Druk op [Faxeigenschappen].
Druk op [Ontvangstinstellingen].
Druk op [SMTP RX Inst. best.bez.].
Druk op [Aan].
Als u deze functie niet gebruikt, drukt u op [Uit]. Ga naar stap 8.
Druk op [Wijzigen].
Voer het e-mailadres voor verzending in dat moet worden geverifieerd en druk op [OK].
Als u een internetfax- of een e-mailbestemming als bezorgbestemming opgeeft, configureert u de instellingen in [Beveiliging] indien nodig.
Om voor e-mailberichten te coderen, drukt u op [Codering].
Om een handtekening toe te voegen aan een e-mailbericht, drukt u op [Handtekening].
Als u de instellingen hebt geconfigureerd, drukt u op [OK].
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Voor meer informatie over de instelling [Beveiliging], zie Codering en handtekeningen voor internetfaxen en e-mails.