Verzendopties

VorigeVolgende

Met de faxfunctie kunt u documenten verzenden op de volgende vijf manieren:

• Fax

  Hiermee kunt u een faxnummer opgeven om faxen via een telefoonnetwerk te verzenden.

• IP-fax

  Met de IP-faxfunctie kunt u documenten tussen twee faxen rechtstreeks verzenden of ontvangen via een TCP/IP-netwerk.

  Als IP-faxbestemming geeft u het IP-adres of de hostnaam van het faxapparaat van de ontvanger op.

  Voor meer informatie over deze functie, zie Overzicht van IP-faxfunctie.

• Internetfax

  Met de internetfaxfunctie kunt u gescande documenten converteren naar TIFF-bestanden en deze als e-mailbijlage versturen naar faxapparaten die internetfaxen kunnen ontvangen. Als het apparaat aan de andere kant de volledige T.37-modus ondersteunt, is bidirectionele uitwisseling van gegevens, zoals beschikbaar papierformaat en resolutie, mogelijk.

  Als Internetfaxbestemming geeft u het e-mailadres van het faxapparaat van de ontvanger op.

  Voor meer informatie over deze functie, zie Overzicht van internetfaxfunctie.

• E-mail

  Met deze functie kunt u gescande documenten converteren naar TIFF-, PDF- of PDF/A-bestanden en deze als e-mailbijlage versturen naar e-mailadressen. U kunt faxbestanden op een computer bekijken.

  Om een fax te versturen, moet u een e-mailadres opgeven.

  Voor meer informatie over deze functie, zie Overzicht van e-mailverzendfunctie.

• Map

  Met deze functie kunt u gescande documenten converteren naar TIFF-, PDF- of PDF/A-bestanden en deze via een netwerk direct naar een map versturen. U kunt faxbestanden op een computer bekijken.

  Geef het pad op naar een folder in een netwerk.

  Voor meer informatie over deze functie, zie Overzicht van mapverzendfunctie.