![]()
Deze functie is alleen beschikbaar als de optionele draadloze LAN-interface-eenheid is geïnstalleerd.
Ethernet en wireless LAN kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Om wireless LAN te gebruiken, moet u het IP-adres, subnetmasker, gatewayadres, DCHP, frametype (NW) en actieve protocol instellen. Voor meer informatie, zie Ethernet configureren.
Voor meer informatie over het instellen van items en de standaardinstellingen, zie:
Host Interface (voor de SP 4510DN)
Interface-instellingen (voor de SP 4520DN)
Verwante onderwerpen
Wireless LAN configureren met Eenvoudige instelling