U kunt de snelheid instellen die de printer gebruikt voor ethernetcommunicatie. Normaal gesproken moet u de printer zo instellen dat die de Ethernetsnelheid automatisch selecteert. Met deze instelling kunnen twee interfaces de snelheid vaststellen zodra ze verbinding maken.
![]()
De verbinding kan niet tot stand worden gebracht als de ethernetsnelheid niet overeenkomt met de overdrachtsnelheid van uw netwerk.
Om het verbruik van netwerkapparaten te verminderen, bedraagt de standaard ethernetsnelheid van de printer niet meer dan 100BASE-TX (100 Mbps). Om te communiceren bij een hogere snelheid schakelt u 1000BASE-T (1Gbps) communicatie in door het volgende te selecteren bij [Ethernetsnelheid]:
[Autom. sel.: 1Gbps insch.] (voor SP 4510DN)
[Aut.selct: 1Gbps insch.] (voor SP 4520DN)
![]()
Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met de toetsen [
] of [
].
Selecteer [Host interface]
Druk op [OK]
Selecteer [Netwerk]
Druk op [OK]
Selecteer [Ethernetsnelheid]
Druk op [OK]
Selecteer de Ethernetsnelheid
Druk op [OK]
![]()
Druk op de [User Tools]-knop en geef vervolgens het scherm [Netwerk] weer.
[Systeeminstellingen] |
Selecteer de ethernetsnelheid.
[Ethernetsnelheid] |