Deze instelling importeert automatisch de apparaatgegevens vanaf een server in het apparaat.
Meld u via het bedieningspaneel aan als beheerder met rechten voor gebruikersbeheer, apparaatbeheer, netwerkbeheer en bestandsbeheer.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerdertoepassingen].
Druk 4 keer op [Volg.].
Druk op [Informatie apparaatinstelling: importeerinstelling (server)].
Configureer de importvoorwaarden.
Selecteer de bron voor het importeren van bestanden. Configureer instellingen zoals de URL, de gebruikersnaam en het wachtwoord via de detailinstellingen van de server.
Selecteer de frequentie van het importeren van bestanden met informatie over apparaatinstellingen en stel de gebruikte tijd in voor een periodieke import op het opgegeven tijdstip.
Selecteer of een bestand met informatie over apparaatinstellingen wel of niet moet worden geïmporteerd als dit bestand identiek is aan het vorige geïmporteerde bestand.
Als het te importeren bestand met informatie over apparaatinstellingen gecodeerd is, configureer dan een coderingssleutel.
Selecteer of er een e-mailmelding naar de apparaatbeheerder verzonden moet worden als het importeren mislukt.
Druk op [OK].
Log uit.
U kunt dit ook met Web Image Monitor configureren. Zie de helpfunctie van Web Image Monitor voor meer informatie.
Als de apparaatbeheerserver wordt gebruikt, kunnen er meer gedetailleerde importinstellingen worden opgegeven. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruikershandleiding van de apparaatbeheerserver.
Als het importeren of exporteren mislukt, kunt u de fout in het logboek opzoeken. Het logboek wordt opgeslagen in dezelfde locatie als het geëxporteerde informatiebestand met apparaatinstellingen.