Koptekst overslaan
 

Gegevenssoorten die wel of niet kunnen worden overgeschreven

Hieronder kunt u zien welke gegevenstypen met de functie "Geheugen automatisch wissen" kunnen worden overschreven en welke niet.

Gegevens die door de functie geheugen automatisch verwijderen worden overschreven

Kopieerapparaat

  • Kopieertaken

Printer

  • Afdruktaken

  • Testafdruk/Beveiligde afdruk/Uitgestelde afdruk/Opgeslagen afdruk-taken

    Een Testafdruk/Beveiligde afdruk/Uitgestelde afdruk-taak kan alleen worden overschreven als deze is uitgevoerd. Een Opgeslagen afdruk-taak wordt overschreven nadat deze is verwijderd.

  • Spool afdruktaken

Fax

  • LAN-fax afdrukgegevens

  • Faxen die zijn verzonden/ontvangen via externe apparaten

    Gegevens die via een fax rechtstreeks via dit apparaat zijn verzonden of ontvangen, evenals faxnummers, zullen niet worden overschreven door de functie Geheugen automatisch wissen.

Scanner

  • Per e-mail verstuurde gescande bestanden

  • Met Scannen naar map verstuurde bestanden

  • Documenten die verstuurd zijn via Web Image Monitor

  • Netwerk TWAIN-scanner

    Gegevens die gescand worden met de netwerk TWAIN-scanner als het de functie "ADF(Read-ahead)" van het hulpprogramma van TWAIN is ingeschakeld, worden overschreven door Geheugen automatisch wissen. Gegevens die gescand worden als de functie "ADF(Read-ahead)" niet ingeschakeld is, worden niet overschreven.

Gegevens die door de functie geheugen automatisch verwijderen niet worden overschreven

  • Documenten die door de gebruiker met de kopieer-, printer-, fax- of scannerfunctie zijn opgeslagen op de Document Server

    Een opgeslagen document kan alleen worden overschreven nadat het is afgedrukt of van de Document Server is verwijderd.

  • Gegevens die in het adresboek zijn geregistreerd

    Gegevens die zijn opgeslagen in het adresboek kunnen ter beveiliging worden gecodeerd. Voor meer informatie, zie Het adresboek beveiligen.

  • Tellers die voor elke gebruikerscode zijn opgeslagen