Als u Device Manager NX of een andere toepassing gebruikt die via SNMPv3 communiceert, kunt u de gegevens die worden overgedragen, coderen.
Zo kunt u voorkomen dat er met gegevens wordt geknoeid.
Log in als netwerkbeheerder via het bedieningspaneel.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Interface-instellingen].
Druk op [Volg.].
Druk op [SNMP V3-communicatie toestaan].
Druk op [Alleen codering].
Druk op [OK].
Log uit.
Als u Device Manager NX wilt gebruiken voor de codering van gegevens voor het opgeven van instellingen, moet u de instelling [Gecodeerd wachtwoord] voor de beheerder opgeven en [Wachtwoordcodering] in [SNMP-accountinstelling] in Device Manager NX. Daarnaast moet u [ SNMP V3 Communicatie toestaan] instellen op het apparaat. Meer informatie over het opgeven van het [Wachtwoordcodering] in Device Manager NX vindt u in de helpfunctie van Device Manager NX.
Als de instelling voor [Gecodeerd wachtwoord] van de netwerkbeheerder niet is opgegeven, worden de te verzenden gegevens mogelijk niet gecodeerd of verzonden. Voor meer informatie over het opgeven van de instelling voor [Gecodeerd wachtwoord] van de netwerkbeheerder, zie Beheerders registreren en wijzigen.