Koptekst overslaan
 

Items van IEEE 802.1X voor draadloos LAN instellen

1Log via Web Image Monitor in als de netwerkbeheerder.

2Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].

3Klik op [IEEE 802.1X] onder "Beveiliging".

4Bij "Gebruikersnaam" voert u de gebruikersnaam in die is ingesteld bij de RADIUS-server.

5Voer bij "Domeinnaam" de domeinnaam in.

6Selecteer "EAP Type". De configuratie is afhankelijk van het type EAP.

EAP-TLS

  • Bepaal de volgende instellingen voor het besturingssysteem dat u gebruikt:

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij "Servercertificaat verifiëren".

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij "Betrouwbare tussenliggende Certificaatautoriteit".

    • Voer de hostnaam van de RADIUS-server in bij "Server ID".

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij 'Subdomein toestaan'.

LEAP

  • Klik op [Wijzigen] bij "Wachtwoord" en voer vervolgens het wachtwoord in dat is ingesteld in de RADIUS-server.

EAP-TTLS

  • Klik op [Wijzigen] bij "Wachtwoord" en voer vervolgens het wachtwoord in dat is ingesteld in de RADIUS-server.

  • Klik op [Wijzigen] bij "Fase 2 Gebruikersnaam" en voer de gebruikersnaam in die is ingesteld bij de RADIUS-server.

  • Selecteer [CHAP], [MSCHAP], [MSCHAPv2], [PAP] of [MD5] bij "Fase 2 Methode".

    Bepaalde methoden zijn wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de RADIUS-server die u wilt gebruiken.

  • Bepaal de volgende instellingen voor het besturingssysteem dat u gebruikt:

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij "Servercertificaat verifiëren".

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij "Betrouwbare tussenliggende Certificaatautoriteit".

    • Voer de hostnaam van de RADIUS-server in bij "Server ID".

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij 'Subdomein toestaan'.

PEAP

  • Klik op [Wijzigen] bij "Wachtwoord" en voer vervolgens het wachtwoord in dat is ingesteld in de RADIUS-server.

    Als [TLS] is ingesteld voor "Fase 2 Methode" hoeft u geen wachtwoord in te voeren.

  • Klik op [Wijzigen] bij "Fase 2 Gebruikersnaam" en voer vervolgens de gebruikersnaam in die is ingesteld bij de RADIUS-server.

  • Selecteer [MSCHAPv2] of [TLS] bij "Fase 2 Methode".

    Als u [TLS] selecteert, dan moet u "IEEE 802.1X Client certificaat" installeren.

  • Bepaal de volgende instellingen voor het besturingssysteem dat u gebruikt:

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij "Servercertificaat verifiëren".

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij "Betrouwbare tussenliggende Certificaatautoriteit".

    • Voer de hostnaam van de RADIUS-server in bij "Server ID".

    • Selecteer [Aan] of [Uit] bij 'Subdomein toestaan'.

7Klik op [OK].

8“Bijwerken...” verschijnt. Wacht 1 of 2 minuten en klik vervolgens op [OK].

Als het vorige scherm niet wordt weergegeven nadat u op [OK] hebt geklikt, wacht u even en vernieuwt u vervolgens de internetbrowser.

9Klik op [Wireless LAN-instellingen] onder "Interface".

10Selecteer [Wireless LAN] in "LAN-type".

11Selecteer [Infrastructuur modus] bij "Communicatiemodus".

12Typ de alfanumerieke tekens (a-z, A-Z, of 0-9) in bij [SSID] voor het toegangspunt dat u wilt gebruiken.

13Selecteer [WPA2] bij "Beveiligingsmethode".

14Selecteer [WPA2] bij "WPA2-verificatiemethode".

15Klik op [OK].

16“Bijwerken...” verschijnt. Wacht 1 of 2 minuten en klik vervolgens op [OK].

Als het vorige scherm niet wordt weergegeven nadat u op [OK] hebt geklikt, wacht u even en vernieuwt u vervolgens de internetbrowser.

17Log uit.

Opmerking

  • Als er problemen zijn bij de instellingen, is communicatie met het apparaat wellicht niet mogelijk. Ga in dat geval naar [Lijst afdrukken] in [Interface-instellingen] op het bedieningspaneel en druk de netwerksamenvatting af om de status te controleren.

  • Als u het probleem niet kunt achterhalen, voert u [Herstel IEEE 802.1X-verificatie naar de standaarden] uit in [Netwerk] in [Interface-instellingen] op het bedieningspaneel, en herhaalt u de procedure.