Koptekst overslaan
 

Timerinstellingen

Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu Timerinstellingen onder Systeeminstellingen.

Timer slaapstand

Nadat de opgegeven periode is verstreken of als de [Energiespaarstand]-knop is ingedrukt, gaat het apparaat over in de Slaapstand om energie te besparen.

Geef de tijd op die mag verstrijken voordat het apparaat overgaat in de Slaapstand.

Standaardinstelling: [1 min.]

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 1 seconde en 60 minuten opgeven.

Timer slaapstand werkt mogelijk niet als er een foutmelding verschijnt.

Afhankelijk van de Ingebedde Software Architectuur-applicatie die is geïnstalleerd, kan het apparaat er langer over doen dan aangegeven om op de Slaapstand te gaan staan.

Automatische reset systeem

De systeemreset-instelling kiest automatisch het scherm van de functie die werd ingesteld in Functieprioriteit, wanneer er geen bewerkingen in uitvoering zijn of wanneer een onderbroken taak wordt gewist. Deze instelling bepaalt de interval voor de systeemreset.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Autom. resettijd vr Kopieerapp./Doc.Serv. (Kopieerapparaat/Documentserver)

Hiermee geeft u op hoeveel tijd er moet verstrijken, voordat het kopieerapparaat en de documentserver worden gereset.

Als [Uit] is geselecteerd, schakelt het apparaat niet automatisch over naar het invoerscherm van de gebruikerscode.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Automatische resettijd voor de fax (Fax)

Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de faxmodus wordt gereset.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 30 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [30 seconde(n)]

Automatische resettijd voor de printer (Printer)

Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de printerfunctie wordt gereset.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Automatische resettijd voor de scanner (Scanner)

Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de scannerfunctie wordt gereset.

Als [Uit] is geselecteerd, schakelt het apparaat niet automatisch over naar het invoerscherm van de gebruikerscode.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Datum instellen

U kunt met de cijfertoetsen de datum instellen voor de interne klok van het kopieerapparaat.

Druk op [] en[] om het jaar, de maand en de dag te wijzigen.

Tijd instellen

U kunt met de cijfertoetsen de tijd instellen voor de interne klok van het kopieerapparaat.

Druk op [] en [] om de uren, minuten en seconden te wijzigen.

RegionA icon(voornamelijk in Europa en Azië)

Voer de tijd in volgens het 24-uurssysteem (in stappen van 1 seconde).

RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

Voer de tijd in volgens het 12-uurssysteem (in stappen van 1 seconde).

Autom. Timer log-out

Geef op of een gebruiker automatisch moet worden uitgelogd als de gebruiker het apparaat niet gebruikt voor een bepaalde periode na het inloggen.

U kunt met de cijfertoetsen een tijd opgeven tussen 60 en 999 seconden in stappen van één seconde.

Standaard: [Aan], [180 seconde(n)]

Uitmodus fuseereenheid (energiespaarstand) aan/uit

U kunt opgeven of het apparaat wel of niet in de Uitmodus fuseereenheid gaat.

Wanneer het apparaat in de fuseereenheid uitmodus staat, is het scherm ingeschakeld, maar de fuseereenheid staat uit om energie te besparen.

Standaardinstelling: [Uit]

Als [Uitmodus fus.eenh. (energiepaarstand) Aan/Uit] is ingesteld op [Aan], kunt u opgeven wanneer de Uitmodus fuseereenheid moet worden afgesloten en de tijd die verloopt voordat de Uitmodus fuseereenheid wordt geactiveerd.

Als [Uitmodus fuseereenheid afsluiten] is ingesteld op [Bij afdrukken], sluit het apparaat de Uitmodus fuseereenheid af als er wordt afgedrukt.

Als [Uit uitmodus van fus.eenh komen] is ingesteld op [Bij bediening van bedien.paneel], sluit het apparaat de Uitmodus fuseereenheid af als er een andere knop dan de kopieerfunctieknop wordt ingedrukt op het bedieningspaneel van het apparaat.

Als afdrukken wordt uitgevoerd met de kopieerfunctie of de knop van de kopieerfunctie wordt ingedrukt op het bedieningspaneel van het apparaat, sluit het apparaat de Uitmodus fuseereenheid af, ongeacht deze instelling.

Als de timer is ingesteld op [Aan], kunt u met de cijfertoetsen de tijd instellen van 10 seconden tot 240 minuten.

Wekelijkse timer

Stel de tijd in waarna het apparaat overschakelt op de uitgeschakelde stand of slaapstand en weer uit deze standen terugkomt. U kunt deze timer instellen voor maandag tot en met zondag. U kunt tot zes timerinstellingen per dag instellen.

Standaardinstelling: [Inactief]

Als u [Actief (dagelijks)] of [Actief (dag van de week)] selecteert, geeft u [Code wekelijkse timer], [Schema wekelijkse timer] of [Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer] op.

  • Schema wekelijkse timer

    • Gebeurtenis

      • Overgaan in slaapstand

      • Wekelijkse timercode annuleren

      • Hoofdschakelaar uit

      • Hoofdschakelaar aan

      • Geen

Standaardinstelling van "Evenement": [Geen]

Als een evenement is geselecteerd, voert u de tijd voor het evenement in "Evenementtimer" in.

  • Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer

Stel de datums in voor [Startdatum] en [Einddatum] met de cijfertoetsen.

Als de instelling voor de wekelijkse timer is opgegeven, kunt u een wachtwoord (maximaal 8 cijfers) instellen dat moet worden gebruikt als het apparaat wordt ingeschakeld of uit de slaapstand komt. Nadat het wachtwoord is geregistreerd, wordt het scherm waarop naar het wachtwoord wordt gevraagd weergegeven als u in de uitgeschakelde stand of de slaapstand op de [Energiespaarstand]-knop of de [Status controleren]-knop drukt. Nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd, komt het apparaat terug uit de uitgeschakelde stand of de slaapstand als u op de [Energiespaarstand]-knop of de [Status controleren]-knop drukt. Als u [Uit] selecteert, hoeft u geen wachtwoord in te voeren om het apparaat uit de uitgeschakelde stand of slaapstand te halen.

Als de timer Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer is ingesteld en de hoofdstroomschakelaar van het apparaat niet is ingeschakeld op de datum die is opgegeven voor [Einddatum] in [Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer], wordt de timer Hoofdstroom aan niet uitgevoerd, hoewel de periode Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer verloopt. Om de timer Hoofdstroom aan in te schakelen, moet u de hoofdstroomschakelaar handmatig aanzetten.

Om een wachtwoord te kunnen instellen, moet netwerkbeheerderverificatie ingeschakeld zijn. Voor meer informatie raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

RegionA icon(voornamelijk in Europa en Azië)

Voer de tijd in [Evenementtimer] in 24-uurs indeling in.

RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

Voer de tijd in [Evenementtimer] in 12-uurs indeling in.

Opmerking