Geef het oorspronkelijke instellingenscherm weer.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op de [Home]-knop links boven in het bedieningspaneel. Draai het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikersinstellingen] () op het scherm Home 4.
Druk op [Adresboekmanagement].
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.
Selecteer de naam van wie u het e-mailadres wilt vastleggen.
Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.
Druk op [E-mail].
Druk op [Wijzigen] onder "E-mailadres".
Voer het e-mailadres in.
Druk op [OK].
Selecteer [E-mail / Internet faxbestemming] of [Alleen Internet faxbestemming].
Als [E-mail / Internet faxbestemming] is opgegeven, worden geregistreerde e-mailadressen weergegeven in de weergave van internetfaxadressen, in de weergave van e-mailadressen in het scherm met faxfuncties en in de adresweergave in het scherm met scannerfuncties.
Als [Alleen Internet faxbestemming] is opgegeven, worden geregistreerde e-mailadressen alleen weergegeven in de weergave van internetfaxadressen in het scherm met faxfuncties.
Als u internetfax wilt gebruiken, geeft u op of u "Verz. via SMTP server" wilt gebruiken.
Druk op [OK].
Druk op [Afsluit.].
Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] () rechts bovenaan het scherm.
U kunt maximaal 128 tekens invoeren voor het e-mailadres.
Om de naam te registreren, zie Gebruikersinformatie registreren.
Voor meer informatie over toegang tot de systeeminstellingen, zie Gebruikersinstellingen openen.
Bij gebruik van het Smart Operation Panel kunt u het adresboek weergeven door op het pictogram [Adresboekmanagement] te drukken in het Home-scherm 4.