Start Web Image Monitor op.
Klik op [Inloggen].
Er wordt een dialoogvenster weergegeven voor het invoeren van de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op en klik op [Inloggen].
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Afhankelijk van de configuratie in uw webbrowser kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord mogelijk opslaan. Als u dat niet wilt, configureert u uw webbrowser zodanig dat deze informatie niet wordt opgeslagen.
Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Configuratie].
Onder "Netwerk" klikt u op [NetWare].
Raadpleeg stap 5 van de procedure onder "NetWare-instellingen configureren" voor de in te stellen items.
Controleer de instellingen en klik vervolgens op [OK].
De configuratie is voltooid. Wacht even voordat u Web Image Monitor opnieuw start.
Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
Als u de printer die u wilt configureren niet kunt vinden, drukt u de configuratiepagina af en controleert u de printernaam.
Wanneer geen printernamen in de lijst worden weergegeven, stelt u dezelfde IPX/SPX-frametypen in voor de computer en de printer. Wijzig het frametype van de computer in het dialoogvenster [Netwerk] van Windows.
Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie Web Image Monitor gebruiken.