|
Plaats de printer niet rechtstreeks op de grond.
Wanneer u meerdere opties bevestigd, moet u de papierinvoereenheid eerst bevestigen.
Om twee of drie papierinvoerlades tegelijkertijd te bevestigen, moet u ze eerst op elkaar stapelen en ze vervolgens als één eenheid bevestigen.
Schakel de printer uit en trek het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder de verpakking van de papierinvoereenheid.
Til de printer op aan de handgrepen aan beide zijden van het apparaat.
Houd tijdens het verplaatsen van de printer de volgende onderdelen niet vast. Doet u dit wel, dan kan dit leiden tot storingen:
Het handvat op de standaard papierinvoerlade
De onderkant van de handinvoer
Er bevinden zich drie staande pennen op de optionele papierinvoereenheid. Plaats deze in de openingen aan de onderzijde van de printer en laat de printer voorzichtig zakken.
Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.
Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de eenheid op de juiste manier is bevestigd.
Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de optionele papierinvoereenheid goed is bevestigd en controleer "Bijgevoegde uitrusting" op de configuratiepagina. Als de eenheid correct bevestigd is, verschijnt "Lade 1", "Lade 2", "Lade 3" en "Lade 4".
Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Een testafdruk maken.
Als de optionele papierinvoereenheid niet correct is geïnstalleerd, herhaal dan de procedure vanaf het begin. Als de kaart ook bij een nieuwe installatiepoging niet correct kan worden geïnstalleerd, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Om de papierinvoereenheid te gebruiken, configureert u de printeropties in "Accessoires" in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over "Accessoires", zie de Installatiehandleiding stuurprogramma.