Als u NetWare wilt gebruiken, selecteert u het geschikte NetWare-frametype uit de volgende opties:
Automatische selectie
Ethernet II
Ethernet 802.2
Ethernet 802,3
Ethernet SNAP
Doorgaans gebruikt u de standaardinstelling (Auto Select). Als u [Autom. select.] selecteert, wordt het type frame dat door de printer wordt gevonden overgenomen. Als uw netwerk meer dan twee frametypen kan gebruiken, wordt mogelijk niet het juiste frametype door de printer geselecteerd als [Automatisch kiezen] is geselecteerd. In dit geval selecteert u het juiste frametype.
Druk op [Interface-instell.] op het [Systeeminstellingen]-scherm.
Voor details over toegang tot het scherm [Systeeminstellingen], zie Weergave van de printerconfiguratie-schermen op het bedieningspaneel.
Druk op [Netwerk].
Druk herhaaldelijk op [] totdat [NW-frametype] verschijnt.
Druk op [NW-frametype].
Selecteer het te gebruiken frametype en druk dan op [OK].
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Druk een configuratiepagina af om de instellingen te controleren.
Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Een testafdruk maken.