Volg de onderstaande procedure om dit apparaat als afdrukserver te verbinden in een pure IP-omgeving van NetWare.
Als u een afdrukserver met wachtrij wilt aanmaken in een pure IP-omgeving met NetWare, moet u met NetWare Administrator een afdrukserver aanmaken op de bestandsserver.
Deze printer is niet beschikbaar als een externe printer voor gebruik in een pure IP-omgeving.
Als u de printer wilt gebruiken in een pure IP-omgeving, moet u deze instellen op IPv4.
De printer instellen met NWadmin
Start NWadmin op vanuit Windows.
Meer informatie over NWadmin kunt u vinden in de NetWare-handleidingen.
Selecteer het object in de mapstructuur waarin de wachtrij zich bevindt en klik op [Nieuw] in het menu [Object].
Klik in het vak [Nieuwe objectklasse] op [Afdrukwachtrij] en klik op [OK].
Voer bij [Afdrukwachtrij] de naam in van de afdrukwachtrij.
Klik bij [Volume afdrukwachtrij] op [Bladeren].
Klik bij [Beschikbare objecten] op het volume waarin de afdrukwachtrij is gemaakt en klik op [OK].
Controleer de instellingen en klik op [Nieuw].
Selecteer het object in de mapstructuur waarin de printer zich bevindt en klik op [Nieuw] in het menu [Object].
Klik in het vak [Nieuwe objectklasse] op [Printer] en klik op [OK].
Voer in het vak [Printernaam] de printernaam in.
Vink het selectievakje [Extra eigenschappen opgeven] aan en klik op [Nieuw].
Klik op [Toewijzingen] en klik op [Toevoegen] bij [Toewijzingen].
Klik bij [Beschikbare objecten] op de nieuwe afdrukwachtrij en klik op [OK].
Klik op [Configuratie], klik op [Parallel] in de lijst [Printertype] en klik op [Communicatie].
Klik op [Handmatig laden] bij [Communicatietype] en klik op [OK].
Controleer de instellingen en klik op [OK].
Selecteer een context die is opgegeven en klik op [Aanmaken] in het menu [Object].
Klik in het vak [Nieuwe objectgroep] op [Afdrukserver] en klik op [OK].
Voer in het vak [Naam afdrukserver] de naam van de afdrukserver in.
Gebruik dezelfde naam voor de afdrukserver als de naam die is opgegeven met Web Image Monitor.
Vink het selectievakje [Extra eigenschappen opgeven] aan en klik op [Nieuw].
Klik op [Toewijzingen] en klik op [Toevoegen] bij [Toewijzingen].
Klik bij [Beschikbare objecten] op de nieuwe afdrukwachtrij en klik op [OK].
Controleer de instellingen en klik op [OK].
Start de afdrukserver door vanaf de console van de NetWare-server de volgende opdracht te typen.
Als de afdrukserver in bedrijf is, sluit de server dan af en start deze opnieuw op.
Om af te sluiten
CAREE: unload pserver
Om te starten
CAREE: load pserver [print server name]
Installatie via Web Image Monitor
Start Web Image Monitor op.
Raadpleeg voor meer informatie Printerconfiguratie-schermen met een internetbrowser weergeven.
Log in op Web Image Monitor als beheerder.
Voor meer informatie raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.
Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Configuratie].
Onder "Netwerk" klikt u op [NetWare].
Raadpleeg stap 5 van de procedure onder "NetWare-instellingen configureren" voor de in te stellen items.
Controleer de instellingen en klik vervolgens op [OK].
De configuratie is voltooid. Wacht even voordat u Web Image Monitor opnieuw start.
Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
Als u de printer die u wilt configureren niet kunt vinden, drukt u de configuratiepagina af en controleert u de printernaam.
Wanneer geen printernamen in de lijst worden weergegeven, stelt u dezelfde IPX/SPX-frametypen in voor de computer en de printer. Wijzig het frametype van de computer in het dialoogvenster [Netwerk] van Windows.
Voor details over Web Image Monitor, zie Web Image Monitor gebruiken.