In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u netwerkprinters kunt instellen in een NetWare-omgeving. In de NetWare-omgeving kunt u de printer aansluiten als "afdrukserver" of als "externe printer".
NetWare staat standaard uitgeschakeld. Activeer Netware in "Interface-instellingen" onder "Systeeminstellingen" op het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het activeren van NetWare via het bedieningspaneel, zie Interface instellingen. U kunt NetWare ook activeren met Web Image Monitor. Zie de helpfunctie van Web Image Monitor voor meer informatie.
IPv6 kan niet gebruikt worden met deze functie.
Er is een optionele Netware-eenheid vereist voor het gebruik van deze functie.
Deze functie ondersteunt NetWare 6.5.
In de volgende procedure wordt ervan uitgegaan dat de omgeving al is voorbereid als normale NetWare-omgeving met de afdrukservice-instelling.
De procedure wordt uitgelegd aan de hand van de volgende voorbeeldinstellingen:
Naam bestandsserver ...CAREE
Naam afdrukserver ...PSERV
Printernaam ...R-PRN
Naam wachtrij ...R-QUEUE