Beheerderstoepassingen

Hiermee kunt u het aantal afdrukken bekijken en afdrukken.

• Teller weergeven/afdrukken

  • Total Prints

  • Kop.:Kleur

  • Kopieerapparaat: Zwart-wit

  • Printer:Kleur

  • Printer: Zwart-wit

  • Printer:Econ. Clr^*

  • Printer:Z&W+Econ. ^*

  • Faxafdruk:Z&W (uitsluitend SG 3110SFNw)

  • 2-zijdig

  • Full Clr Coverage

  • B&W Coverage

  • Econ. Clr Coverg. ^*

  • B&W+Econ. Coverg. ^*

  • Coverage 0

    Geeft een afdrukdekkingsgraad aan van tussen de 0 en 5%.

  • Coverage 5

    Geeft een afdrukdekkingsgraad aan van tussen de 5 en 20%.

  • Coverage 20

    Geeft een afdrukdekkingsgraad aan van 20% of hoger.

  • Tot.verz.:Klr

  • Tot.verz.:Z&W

  • Faxverz. (uitsluitend SG 3110SFNw)

  • Scan verz: Klr

  • Scan verz:Z&W

  * Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor details over het controleren van het kleurniveau.

• Over de dekkingsteller

  "Dekking" betekent een dekkingsgraad. Een dekkingsgraad van 100 geeft de totale hoeveelheid inkt (per kleur) aan die gebruikt wordt voor het hele afdrukbare gebied van een vel papier. Om een dekkingsgraad te berekenen, vergelijkt u een dekkingsgraad van 100 met het daadwerkelijke inktverbruik.

  De totale hoeveelheid inkt aangegeven door een dekkingsgraad van 100 varieert afhankelijk van de inktkleur.

  Om een dekkingsgraad per pagina voor meerdere kleuren op te geven, berekent u de totale dekkingsgraad van de verschillende kleuren.

  • Een teller van Totale kleurdekking:

    (Volledig kleurendekking)=(Volledig kleurendekking (K))+(Volledig kleurdekking (C))+(Volledig kleurdekking (M))+(Volledig kleurdekking (Y))

    Bijv.:

    Gebruik van meerdere kleuren op één vel papier

    K: 3%, C: 8%, M: 7%, Y: 2%

    (3% + 8% + 7% + 2% = 20%)

    Full Clr Coverage: 00000020

  • Een berekening voor de dekkingsgraad voor een pagina die in kleur is afgedrukt:

    (Totale Kleurdekking)/(Totaal kleur)

    Bijv.:

    Full Color Total: 00000888

    Full Clr Coverage: 00007692

    7692 / 888 = 8,7%

    Dekkingscijfers zijn op één cijfer achter de komma afgerond.

U kunt de bestemmingslijst die in het adresboek is geregistreerd, afdrukken.

• Bestemmingslijst

  Drukt de lijst van namen in het Adresboek af.

• Groep bestemmingslijst

  Drukt de lijst van groepen in het Adresboek af.

U kunt informatie dat in het adresboek is opgeslagen toevoegen, wijzigen of verwijderen.

Raadpleeg voor meer informatie Adresboek.

• Progr. / Wijz.

  U kunt gebruikersinformatie registreren en wijzigen.

  • Naam

    U kunt een naam registreren.

    Voer de namen in met maximaal 20 tekens.

  • Registratienr. wijzigen

    U kunt een registratienummer registreren.

  • Verif. info

    U kunt gebruikersnamen en wachtwoorden registreren die gebruikt moeten worden bij het versturen van e-mail of bij het versturen van bestanden naar mappen.

  • Faxinstellingen (uitsluitend SG 3110SFNw)

    U kunt een faxnummer, een SUB-code en een SEP-code registreren.

  • E-mailinstell.

    U kunt een e-mailadres registreren.

  • Mapinformatie

    U kunt het protocol, pad, poortnummer en de servernaam registreren.

  • Toev aan grp

    Namen die in het adresboek zijn geregistreerd, kunnen in een groep worden geplaatst.

• Verwijderen

  U kunt een naam uit het adresboek verwijderen.

• Standaarden herstellen

  U kunt de standaardinstelling herstellen.

• Adresboek back-uppen/herstellen

  U kunt op een externe opslagplaats een reservekopie maken van het adresboek van het apparaat of de reservekopie vanuit de externe opslagplaats terugzetten.

  Voor een reservekopie moet u een geheugenkaart op dit apparaat installeren.

  Neem voor meer informatie over het installeren en verwijderen van de geheugenkaart contact op met uw verkoop- of onderhoudsvertegenwoordiger.

  Met Gegevens herstellen overschrijft u adresboekgegevens die op het apparaat zijn opgeslagen en wist u de teller van elke geregistreerde gebruiker van het apparaat.

  • Reservekopie

    U kunt een back-up van het adresboek van het apparaat op een externe opslagplaats maken.

  • Herstellen

    U kunt de back-up van het adresboek vanuit de externe opslagplaats terugzetten.

U kunt ook namen in het adresboek registreren en beheren met behulp van Web Image Monitor.

Namen die in het adresboek geregistreerd staan, kunnen aan een groep worden toegevoegd. Hiermee kunt u eenvoudig de namen beheren die in elke groep zijn geregistreerd.

• Progr. / Wijz.

  U kunt groepen registreren en wijzigen.

  • Naam

    U kunt een naam registreren.

    Voer een naam in met maximaal 20 tekens.

  • Registratienr. wijzigen

    U kunt een registratienummer registreren.

  • Geprog. gebruiker/groep

    U kunt de namen of groepen van iedere groep controleren.

  • Groep registreren naar

    U kunt groepen die in het adresboek zijn geregistreerd in een groep plaatsen.

• Verwijderen

  U kunt een groep uit het adresboek verwijderen.

U kunt ook groepen in het adresboek registreren en beheren met Web Image Monitor.

Programmeer de LDAP-server om rechtstreeks e-mailbestemmingen op te zoeken in het adresboek van de LDAP-server.

Deze functie is mogelijk wanneer u scanbestanden verzendt per e-mail met de scanner- of faxfunctie.

• Naam

• Servernaam

• Zoekbasis

• Poortnummer

• SSL

• Verificatie

• Domeinnaam

• Zoekvoorwaarden

• Zoekopties

Deze functie ondersteunt LDAP-versie 2.0 en 3.0. Digest-verificatie kan alleen met LDAP Ver.3.0 worden gebruikt.

Als u de LDAP-server wilt gebruiken, selecteert u [Aan] onder LDAP zoeken.

Om LDAP-zoeken uit te voeren, dient u de volgende items op te geven: [Servernaam], [Zoekbasis], [Poortnr.], [Verificatie] en [Zoekvoorwaarde].

Geef op of u de LDAP-server voor zoeken wilt gebruiken of niet.

Standaardinstelling: [Aan]

Als u [Uit] selecteert, dan zal de LDAP-serverlijst niet verschijnen op het zoekscherm.

U kunt de versie van de firmware controleren die op dit apparaat is geïnstalleerd.

Geef op of u [Autom. uit] wilt gebruiken.

Standaardinstelling: [Uit]

Geef op of u het printerstuurprogramma via de USB-poort wilt installeren.

Standaardinstelling: [Uit]

U kunt de instellingen opgegeven die gerelateerd zijn aan communicatie wanneer de computer en het apparaat via USB zijn verbonden. Normaal gesproken hoeft u deze instellingen niet te wijzigen.

Nadat u deze instelling heeft gewijzigd, schakelt u het apparaat uit en weer aan.

• Automatisch

• Volle snelheid

Standaardinstelling: [Automatisch]

U kunt de tijdzone van het apparaat instellen.

Standaardinstelling:

[±0.00]

[-5.00]

U kunt de tijdzone instellen tussen -12:00 en +13:00.

U kunt opgeven of zomertijd toegepast moet worden.

Standaardinstelling: [Actief]

U kunt de volgende items opgeven:

• Maand

  Geef op in welke maand de zomertijd begint en eindigt.

• Week

  Geef op in welke week de zomertijd begint en eindigt.

• Dag

  Geef op op welke dag de zomertijd begint en eindigt.

• Tijd

  Geef de tijden op wanneer de zomertijd begint en eindigt.

• Verschuiving

  Geef op hoeveel tijd de klok vooruit moet worden gezet bij zomertijd.

  U kunt de tijd instellen met stappen van 30 minuten.

U kunt de beperkingen aan de hand van gebruikers toepassen.

Standaardinstelling: [Uit]

Als u [Aan] selecteert, kunt u het wachtwoord opgeven dat vereist is om in te kunnen loggen.

Geef het wachtwoord op en gebruik daarvoor vier tot acht cijfers.

Het standwaardwachtwoord is blanco.

Geef het log-inwachtwoord op om toegang tot de systeeminstellingen te krijgen.

Wijzig het wachtwoord en maak daarbij gebruik van een wachtwoord met zes cijfers.

Zorg dat u het wachtwoord niet vergeet. Als u dit wachtwoord vergeet, moet een onderhoudsvertegenwoordiger het apparaat opnieuw naar zijn fabrieksinstellingen terugzetten. Als gevolg hiervan zullen alle gegevens in het apparaat verloren gaan, terwijl de serviceoproep mogelijk niet gratis is.

Standaardinstelling: [000000]

U kunt opgeven hoe het apparaat een afdruktaak moet verwerken wanneer geen van de lades papier bevat van het formaat en het type dat in het printerstuurprogramma is opgegeven.

Standaardinstelling: [Aan]

Als u "Uit" selecteert, drukt het apparaat niet af tot er in een papierlade papier wordt geplaatst van het voor de afdruktaak vereiste formaat en type.

Deze functie voorkomt dat de spuitkop van de printer verstopt raakt wanneer u gebruikmaakt van gerecycled papier of droog papier dat statische elektriciteit veroorzaakt.

Het elektrische spanningsveld dat wordt opgebouwd tijdens het afdrukken op papier met een hoge weerstand, kan er mogelijk voor zorgen dat de printkoppen verstopt raken.

Standaardinstelling: [Uit]